men weet, ook wanneer zij er toe overgaat, om van deze onschatbare weldaad gebruik te maken, weinig achts slaat op den loop der uitbotting.
Eene arme vrouw had zeven kinderen; zij heeft ze allen aan de Kinderziekte zien sterven! De ongelukkige moeder werd zinneloos, en bevindt zich thans in het Krankzinnigenhuis. Geen wonder: zij had hardnekkig geweigerd, dezelve te laten vaccineren.
Naar luid van eene verklaring der Geneesheeren, bevinden zich thans nog te Marseille ongeveer tienduizend kinderen, welke niet gevaccineerd zijn. Zóó vele in eene enkele stad; hoe groot moet derzelver getal wel niet in geheel Frankrijk zijn!
Ook te Marseille hebben gevaccineerden geslapen in hetzelfde bed met zulken, die met kinderpokken overdekt waren; zij zijn met derzelver kleederen en ligchaamsdeelen in aanraking gekomen, hebben gedronken uit denzelfden nap, hebben derzelver uitwasemingen ingeademd, en zijn niet besmet geworden.
Welk eene verschooning kan toch de gemeene man aanvoeren tegen de Koepokinenting? - Tijdverzuim? Maar men kan zijn gewoon dagwerk blijven waarnemen. - Pijnlijkheid? Maar zij smart minder dan een speldeprik. - Behoeftigheid? Maar het Gouvernement zorgt alomme voor het kosteloos toedienen van deze weldaad der Voorzienigheid, aan welke alzoo niemand, zonder zich aan zichzelven os de zijnen grovelijk te bezondigen, zich vermag te onttrekken.