Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1828(1828)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende 'k Ben uit Oostinje thuis! Nog is mijn droom niet uit; 'k ben nog in vroeger jaren; Nog zie 'k Javaan, Chinees en Lascar om mij waren; Nog hoor ik 't stormgeloei en 't barre zeegedruisch.... Nog ben ik in Oostinje thuis! 'k Zie nog de hagedis ter jagt gaan langs de muren; 'k Zie de apen nog in 't bosch; 'k zie nog de tijgers gluren; Daar vliegt de wilde paauw, de groote vledermuis.... Nog ben ik in Oostinje thuis! [pagina 706] [p. 706] 'k Ben nog op 't Koningsplein; nog rigt ik mijne schreden Langs Rijswijk henen, naar 't bevallig Weltevreden; Nog zie ik 't hospitaal; daar is de groote sluis.... Nog ben ik in Oostinje thuis! 'k Ben op Madura nog; 'k beklim nog Tenger's bergen; 'k Hoor nog 't Kadoesche volk ropijen van mij vergen, Alleen om de opium; 'k denk nog: dat is niet pluis.... Nog ben ik in Oostinje thuis! Nog woedt cholera's pest; wat jammervolle dagen! Nog zie 'k, hoe een Javaan daar moedig aan komt dragen; Hij valt; hij krimpt ineen; de doodsnik breekt hem 't bruis.... Nog ben ik in Oostinje thuis! Nog zie 'k mijn fraaije chais; ze is voor geen geld te koopen; Nog zie 'k in 't blinkend tuig mijn vlugge schimmels loopen; Zij reppen zich; 'k vlieg voort, nog sneller dan de struis.... Nog ben ik in Oostinje thuis! Nog zie 'k mijn huis, mijn hof, mijn schoone koffijboomen, De vrienden van mijn hart.... God! laat mij blijven droomen! Maar neen, 't is uit; 'k ontwaak; helaas! wat wreed abuis.... 'k Ben niet meer in Oostinje thuis! Neen, 'k ben er niet meer thuis. Wat schats is al verdwenen! De vrienden van mijn hart zijn meest ter grafplaats henen; Zij rusten daar in vreê, bevrijd van zorg en kruis.... De Hemel, bid ik, zij hun thuis! De heldre zon is weg; de gure, graauwe luchten Verbannen binnenshuis mijn treuren en mijn zuchten; 'k Hoor buiten 't woest gejoel van allerlei gespuis.... Ach ja, 'k ben uit Oostinje thuis! De barre winter naakt; dan zal 't eerst festa wezen; Dan eerst zal sneeuw en ijs Oostinje glad genezen; Dan zit ik digt bij 't vuur te morsen in het gruis, Te droomen van mijn vorig thuis! Maar, waar ons thuis ook zij, indien wij slechts den zegen Der weltevredenheid in 't rein gemoed verkregen, 't Zij dan in hitte of koû, 't zij in paleis of kluis, Dan is 't alom een zalig thuis! G. d. R. Vorige Volgende