Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1828
(1828)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 660]
| |
Terwijl met u de roem gewislijk zal vergaan
Van 't dwaas bestuur, dat u deed slaan
En mij een waarde ontnam, vóór eeuwen reeds geschonken.
Een Vorst, tot zulk een daad bekwaam,
Verdient niet, met den glorienaam,
Dien Nederland hem schenkt, bij 't nageslacht te pronken.
het vijfentwintig-cents-stuk.
Ontzinde, zwijg! hoon niet in overmoed den Vorst,
Die 't dwaas vooroordeel en 't waanwijs bedillen
Van hen, die alles goed, ja beter weten willen,
Met moed braveren dorst:
Die Vorst ontnam u slechts eene ingebeelde waarde,
Waarmeê ge in Nederland hebt onverdiend gepraald;
Hij duldt - maar tot uw schande - uw aanzijn nog op aarde,
Opdat gij zelv' (wanneer ook niets het openbaarde)
Deedt zien, hoe lang gij reeds zijt al te duur betaald.
Toepassing.
Zoo draagt een schijnvernuft, hoe luid eenmaal geprezen,
Van eigen schande 't merk in 't duurverkochte schrift.
Eens zal de grijze tijd, die 't kaf van 't koren schift,
Ook in 't gebied der kunst een billijk regter wezen.
g. van enst koning.
|
|