Nec tandem de me strenuus hostis habet
Daar dit geenen verstaanbaren zin uitmaakte, gaf ik den wensch te kennen, dat men ovat mogt lezen in plaats van habet. Dan uwe gissing, om in plaats van tandem te lezen laudem is veel natuurlijker en zeer eigenaardig, te meer, daar UEd. tot staving aanhaalt eene dergelijke uitdrukking van ovidius, Heroïd. XVII. 18:
Et laudem de me nullus adulter habet.
Is UEd. in uwe gissing en verbetering zoo veel gelukkiger geslaagd dan ik, het zal UEd. dan ook niet onaangenaam zijn, te vernemen, dat dezelve de volkomenste zekerheid heeft bekomen: te weten, ik ben sedert, door de goedheid van eenen mijner vrienden, bezitter geworden van een oud werkje, (waaraan echter het titelblad ontbreekt) ten opschrift voerende: Nederlandtsche Gheschiedenisse ende figuerlycke Afbeeldinghe, onder Coningh philips II, loopende van 1559 tot 1615, en te Amsterdam in 1615 uitgegeven, waarin hetzelfde versje wordt aangehaald, als ten tijde der vermelde gebeurtenis vervaardigd, staande daar in den vierden regel duidelijk:
Nec laudem de me strenuus hostis habet.
Het ware te wenschen, Mijn Heer! dat alle taalgeleerden van vroegeren en lateren tijd in hunne gissingen en verbeteringen van oude schrijvers, vooral van de Classici, telkens zoo gelukkig geslaagd waren, als UEd. in de herstelling van het verminkte versje; dan zou men misschien verschoond zijn geworden van eene reeks critische dwaasheden, waardoor een duistere tekst, in plaats van opgehelderd te worden, misschien wel eens nog meer verduisterd is. Dat geluk van juist te zien en goed te treffen wensch ik UEd. bij voortduring en bestendig toe in uwen uitlegkundigen en critischen arbeid, opdat de geleerde wereld daarvan veel voordeel moge trekken.