Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1828

Zeldzaam geval van gezigtsafwijking.
Door Mr. Godmann.

(Nouvelle Bibliothèque Médicale, Mars 1828.)

Hoewel de omkeering der beelden, op het netvlies gevormd door het gaan der lichtstralen midden door den bol van het oog, steeds een gevolg is der Optica, begaat het oordeel echter nimmer eene onnaauwkeurigheid, met betrekking tot de gesteldheid of gedaante der voorwerpen. Het volgende voorbeeld is alzoo te dezen allezins opmerkelijk. Het betreft een jongsken van zeven jaren. De vader, een uitstekend schilder, begon met hem onderwijs te geven in het teekenen, en stond niet weinig verbaasd, te zien, dat hij alle voorwerpen, welke hij wilde voorstellen, omkeerde. Wanneer men hem beval, eene kaars te teekenen op haren kandelaar, plaatste hij bestendig het voetstuk omhoog en de vlam naar beneden; teekende hij een' stoel of eene tafel af, de pooten waren altijd naar boven gekeerd. De vader, verstoord over hetgeen hij aan koppigheid in zijn zoontje toeschreef, dreigde en strafte hem voor deze guitenstreek van eene nieuwe soort. Wanneer

[p. 447]

men het kind te dezen ondervroeg, verzekerde het, dat het de voorwerpen afbeeldde zoo als het die zag; en, dewijl die teekeningen overigens zeer naauwkeurig waren, bleef er geene reden tot twijfel over aan hetgeen het kind zeide. Elke reis, dat men het voorwerp omkeerde, vóór hij het afteekende, stelde hij hetzelve voor in deszelfs natuurlijke gedaante, en bewees daardoor, dat de gewaarwordingen, welke hij door het oog ontving, volkomen overeenstemden met de omkeering, op het netvlies gevormd. Deze gesteldheid des gezigts van dit kind bleef voortduren tot op zijn achtste jaar, waarna het de hebbelijkheid verkreeg, om de voorwerpen in derzelver natuurlijke gedaante te zien. - Hoe zeldzaam ook, is echter dit geval van gezigtsafwijking niet zonder voorbeeld. Een bekwaam Regtsgeleerde zag, gedurende eenigen tijd, mede alle voorwerpen omgekeerd; de huizen schenen hem op derzelver daken te rusten, de menschen op hunne hoofden te wandelen. Doctor wollaston ontdekte, ten gevolge van geest- en ligchaamsafmatting, eensklaps, dat hij slechts de helft der personen konde zien, welke hem ontmoetten; gelijk zulks mede het geval was met de voorwerpen, welke hij beschouwde, en met de namen, welke hij las. Crawford verhaalt het geval van eene vrouw, getroffen van eene beroerte der linker zijde, en welke, sinds dien tijd, alleen de regter zijde der voorwerpen zag, ook nadat zij het gebruik harer ledematen had herkregen.