| |
De jagtpartij op Raincy, bij den heer Ouvrard, den vermaarden leverancier; of Fransche weelde, na de omwenteling.
Gedurende verscheidene dagen waren werklieden bezig, om de oranjerij van Raincy in orde te brengen voor het groote déjeuner, dat moest plaats hebben bij eene jagtpartij, waarop de Heer ouvrard Mevrouw récamier en hare vrienden had genoodigd. Ik had mijnen dienst aangeboden, om mede toezigt te houden over de werkzaamheden. Mijn aanbod werd aangenomen. Men gaf mij een vertrek bij de Pompe à feu. Ik kon dus getuige zijn van al de toebereidselen tot dezen feestelijken dag, welke onder opzigt en bestuur van den Heer bertheaux, een der eerste bouwmeesters van de hoofdstad, gemaakt werden.
Raincy is omtrent vier mijlen van Parijs gelegen, en het park reikt tot aan het bosch van Bondy. Dit landgoed behoorde weleer aan den Hertog van orleans. Gedurende den wisselvalligen loop der menschelijke zaken, ten tijde der omwenteling, ging het van den eenen kooper tot den anderen over, en werd eindelijk het eigendom van ouvrard, den rijken Commissarisgeneraal, die het tot veel prachtiger verblijf maakte,
| |
| |
dan hetzelve, als lusthuis eens Prinsen van den bloede, was geweest. De onderscheidene kleine gebouwen, die, op geringen afstand van elkander, in de tuinen en bij de fraaiste partijen gevonden worden, de lusthuizen in het park, het huis in het dorp, en het kasteel, waren steeds bezet door personen van rang, aan welke ouvrard die gedurende het schoone jaargetijde afstond; terwijl hij voor zichzelven slechts een klein lusthuis behield, Pompe à feu (Brandspuit) genoemd, en versierd met eenen smaak en rijkdom, alsof men in een betooverd verblijf zich bevond. Dit gebouw staat op eene hoogte, waar men, door middel van eene brandspuitspomp, water in de kommen en kunstfonteinen van het park weet te houden.
Terwijl ik te Raincy was, onttrok ouvrard zich meermalen aan zijne winstberekeningen, en kwam zelf de werken bezigtigen, die hij liet vervaardigen; want maken, afbreken, herbouwen op zijn landgoed was voor hem een ongemeen groot vermaak, waarop hij soms even zeer zich beroemde, als op zijn geluk in de wereld. ‘Ons lot,’ zeide hij dikwijls vrij vermetel, ‘is ons eigen werk; zij, die ongelukkig zijn, hebben het gemeenlijk aan eigene onvoorzigtigheid of een verkeerd gedrag te wijten.’ Hoe dit nu zijn moge, zeker is het, dat, zoo in den tijd, waarvan ik spreek, het gesternte van napoleon eenen glans van zich gaf, die de geheele wereld verbaasde en verblindde, de ster van ouvrard in zijnen bijzonderen kring niet minder schitterde. Is het bevelvoeren over legers eene moeijelijke kunst, het voeden derzelven vordert eene bekwaamheid, welke ook hare verdienste heeft. Napoleon en ouvrard gingen van hetzelfde punt uit, maar hadden elk eene verschillende loopbaan, en zagen beide eindelijk even buitengewone uitkomsten.
Allen, die ouvrard gekend hebben, zullen getroffen zijn geweest door de grondigheid zijner redeneringen en door de gemakkelijkheid, waarmede hij in den omgang zich wist uit te drukken. Hij werd geboren te
| |
| |
Nantes, waar zijn vader eene kleine papierfabrijk had. Hij ontving slechts eene onvolkomene opvoeding; want, schoon hij vroegtijdig naar het gesticht van Clisson werd gezonden, was het hem echter, te midden der wanorden van de omwenteling in Bretagne, niet mogelijk, de loopbaan der letteren geregeld te volgen. Hij kwam jong te Parijs. Zijn aangenaam voorkomen, zijn fijn gevoel, een naauwkeurige en vaardige geest van opmerken, maar nog meer het aanzien en vertrouwen van Mevrouw talien, welke door schoonheid en invloed toen alvermogend was, zijn boven mate bevorderlijk voor zijne eerzucht geweest. Deze voordeelen verhieven hem weldra uit eenen minderen rang bij het leger, waar hij Lieutenant Aide-de-Camp van den Generaal boivin was. Zoo werd hij een der eerste speculanten in deze eeuw van speculatiën. Doch ook hem is de onbestendigheid des voorspoeds gebleken. De man, die door rijkdom en pracht geheel Frankrijk verbaasde, die handelsbetrekkingen met den Koning van Spanje aanging, die tot napoleon zeide, dat hij de waardigheid der Koningen tot den stand der kooplieden had doen dalen, - deze tweede fouquet werd weggevoerd uit zijn betooverd kasteel, om in eenen kerker geworpen te worden. Na overladen te zijn geweest met vleijerijen, hem uit hoofde zijner rijkdommen bewezen, zag hij zich twee malen zelfs genoodzaakt, nederige smeekschriften bij een bestuur van minderen rang in te leveren, ten einde de gunst te mogen erlangen, om, vergezeld van eenen oppasser, uit de gevangenis te gaan, eerst, om den zegen eener stervende moeder te ontvangen, en naderhand, om de oogen eener geliefde dochter te sluiten!
Maar in den tijd, toen ouvrard het schitterend feest gaf, dat ik zal beschrijven, was hij jong, schoon, en in het volle genot van alles, wat hem gelukkig scheen te kunnen maken. Hij verstond bij uitnemendheid de kunst, om waarheden te zeggen onder den schijn van boerterij. Toen ik eens met hem in de oranjerij ging zien, wat bertheaux deed, zeide hij, met een'
| |
| |
spottenden lach, onder anderen, tot mij: ‘Ik heb tot portiers te Raincy drie Ministers van Staat.’ Te weten, de talleyrand, Minister van Binnenlandsche Zaken, berthier, Minister van Oorlog, en decres. Minister van het Zeewezen, hadden ieder voor zich een zomerverblijf gekozen in de fraaije lusthuizen van het park van Raincy.
In het algemeen gelijken beschrijvingen van feesten elkander. Dit feest, echter, onderscheidde zich door den keurigen smaak, die de toebereidselen tot hetzelve regelde; ook droeg daartoe bij de tegenwoordigheid van zoo vele aanzienlijke personen, als hetzelve aldaar te zamen bragt. Ouvrard had Mevrouw récamier genoodigd, en verlangd, dat deze zich mogt verwaardigen, om de eer van het huis op te houden: de tempel behoorde der Godheid waardig te zijn, welke daar zoude voorzitten!
In eene oranjerij, gevloerd met marmer, plaatste men eene tafel op eenen grond, even hoog als de bakken van eenige schoone oranjeboomen, die, beladen met bloemen en vruchten, een groen gewelf vormden, vanwaar de liefelijkste geuren uitwasemden. Midden op de tafel was eene marmeren kom, vol helder water, met eene bedding van goudzand; visschen van verschillende kleuren speelden daarin. Het ontbijt was merkwaardig wegens de kostbaarheid, den kwistigen overvloed en de keurige schikking der geregten. In het naaste vertrek, waar koffij en ijs toegediend werden, waren de wanden bezet met groene wijngaardranken, en aan de takken binnenshuis hingen ongemeen groote druiventrossen. In de vier hoeken van deze zaal waren vier marmeren kommen in de gedaante van schelpen, waaruit fonteinen van punch, orsade en oranjebloesemwater ontsprongen. De vruchten van alle werelddeelen, eenige natuurlijk, andere van suiker, dekten schotels van kostbaar porselein. De uitgezochtste wijnen en de fijnste morgendranken vonkelden in kristal. Voorts, menigte van gouden en zilveren vazen, afkomstig uit de werkplaats van biennet, den goud- | |
| |
smid van bonaparte, verwezenlijkte bijna de weelde der Oostersche verdichtselen. Men kwam in verzoeking, om te gelooven, dat de man, die zoo veel pracht ten toon spreidde, de lamp van aladijn gevonden moest hebben.
De jagthoorn verving ditmaal het luiden der klok van het kasteel, om het teeken te geven, dat men zich aan tafel moest plaatsen. Wij gingen allen naar de eetzaal. Mevrouw récamier gaf aan Lady holland de eereplaats tusschen Vorst markoff en den Minister van Oorlog; zij zelve ging zitten tusschen de Heeren fox en erskine: de overige gasten kozen zich elk eene plaats naar welgevallen.
Nadat op den hoorn het teeken tot de jagt gegeven was, hoorde men weldra in de verte het geblaf der honden en het geschreeuw der jagers. Rijtuigen van verschillend maaksel stonden ingespannen voor de oranjerij. Mevrouw récamier, Lady holland, de Heer fox en de Graaf markoff plaatsten zich in een derzelven; Mevrouwen Marmont, visconti en luchesini stegen te paard, en werden begeleid door een luisterrijk gezelschap van mannen, insgelijks te paard. Kortom, ieder ging met zijnen smaak te rade en vervoegde zich er bij op zijne wijze. De genen, welke niet mede op de groote jagt wilden gaan, werden door oppassers in het park geleid, alwaar hazen en faizanten in menigte waren. Tot algemeene verzamelplaats was bestemd een vierhoek in het bosch. Wij vonden daar een gezelschap jagers, die ons wachtten, onder anderen den Heer ouvrard, die, daar het kasteel van Raincy door hem aan Mevrouw récamier was asgestaan, om er hare vrienden te ontvangen, enkel uit groote hoffelijkheid geweigerd had daar te komen, uit vreeze, dat de tegenwoordigheid van den wezenlijken eigenaar eenigermate hindernis of dwang mogt veroorzaken bij haar, die heden de eer van zijn huis moest ophouden. Onder de genen, welke hij medegebragt had, bevond zich, onder anderen, de Generaal moreau, die zich verontschuldigde,
| |
| |
dat hij des morgens niet op het ontbijt had kunnen komen. Alle deze Heeren waren geheel als jagers gekleed, en wachtten slechts op berigten van herten, om op hunne hoornen te blazen. Had de pracht van het ontbijt eene algemeene verwondering veroorzaakt, de toebereidselen tot de jagt deden geene mindere werking. Op opene plaatsen in het bosch had men tenten opgeslagen, en in deze tenten tafels met ververschingen geplaatst, niet alleen voor de jagers, maar ook voor alle lieden, zonder onderscheid van stand, welke in menigte uit de nabuurschap derwaarts gelokt werden door hunne belangstelling in zoodanig schouwspel. De natuurlijke vrolijkheid van deze menigte vermeerderde nog door den aangenamen invloed des wijns, die mildelijk voor dezelve werd geschonken. Zoo leverde het schoone woud van Bondy het gezigt op, als van een groot schilderstuk, waarop zeer vele en zeer verschillende groepen zich vertoonen.
Naar Raincy terugkeerende, zagen wij, dat de Heer ouvrard niets had vergeten, wat strekken kon, om aan deze partij luister bij te zetten; want, daar hij onderstelde, dat de jagt tot zeer laat in den avond kon duren, had hij de noodige beschikkingen gemaakt, om dezelve bij fakkellicht voort te zetten. Ik kende reeds het treffend schouwspel van de jagt bij flambouwen, daar er kort te voren zoodanig eene in hetzelfde bosch had plaats gehad, op bevel van joseph bonaparte. Ditmaal, echter, eindigde de jagtpartij met den dag, en het bosch weêrgalmde nu alleen nog van het vrolijk gezang der landlieden, aan welke de ververschingen, voor de jagers bestemd, waren uitgedeeld.
Gedurende de jagt waren er, met de uiterste zorgvuldigheid, toebereidselen gemaakt tot een diner, dat in kostbaarheid het déjeuner evenaarde, en een nog grooter aantal gasten bijeenbragt. De Heer ouvrard plaatste zich, eenvoudig als gast, aan tafel, terwijl Mevrouw récamier bij voortduring de honneurs waarnam. In de boschjes rondom de oranjerij werd op blaasinstrumenten eene schoone muzijk uitgevoerd; terwijl, in de verte,
| |
| |
zich het hoornmuzijk der jagers van Grosbois en Raincy liet hooren.
Eene zoo vrolijke partij, waarop zoo vele bevallige vrouwen zich bevonden, en die door eene keurige muzijk werd verlevendigd, kon niet wel zonder dans eindigen. Het bal begon dus op het ruime grasperk voor het kasteel, en ieder nam er deel aan. Veldheeren, ten toppunt van roem geklommen, staatsmannen, rijk in eerambten en aanzien, jonge eerzuchtigen, die nog menigte genietingen of teleurstellingen te wachten hadden, uitgewekenen, die op den geboortegrond het leed, ten tijde der omwenteling ondergaan, vergaten, Engelschen, Russen, Pruisen en Franschen, allen bewezen hier hunne hulde aan terpsichore. Het was middernacht, eer iemand der gasten zich herinnerde, dat hij nog vier mijlen moest afleggen, alvorens zich te Parijs ter ruste te begeven. |
|