De teleskoop en de roeper.
Eene echte Anekdote.
De pastoor van Palaiseau had een Observatorium, en, ouder andere werktuigen, eene teleskoop en een' roeper. Op zekeren tijd, dat hij, gelijk hij dikwijls gewoon was, zich vermaakte met, door middel der eerste, de voorbijgangers en reizigers op den grooten weg op te nemen, zag hij een' grooten zak met koren van eene kar vallen. ‘Hei, vriend! uw zak!’ riep hij onwillekeurig, zonder het oog van dit voorwerp af te wenden; maar de man vervolgde zijnen weg. ‘Hoe dwaas!’ sprak nu de goede pastoor bij zichzelv'; ‘de arme kerel kan mij immers niet verstaan: schielijk mijn roeper!’ Dan, de roeper was beneden, en, terwijl de pastoor dien ging