Italië, van af den val van het Westersch Rijk tot aan de oorlogen, welke een gevolg der Fransche omwenteling waren, onthrak, naar het oordeel van bevoegde geschiedkundigen,’ enz. In eene andere, van den schrijver, geeft deze ons verslag van het voornaamste en beste, dat hieromtrent was gedaan, het minvoldoende van elk afzonderlijk aanwijzende, en vooral, waarom hij van het werk van sismondi, welks voortreffelijkheid hij anders erkent, geene vertaling, maar liever een eigen stuk heeft geleverd, waarbij hij ook zelf de bronnen raadpleegde; gelijk hij telkens onder den tekst aanwijst, waar hij ieder verhaal geschept, of wien hij daarbij geraadpleegd heeft.
Men kan niet ontkennen, dat hij ons, op deze wijze, een belangrijk en niet wijdloopig geheel heeft geleverd, waarvan het eerste gedeelte wel min uitlokkend voor gewone lezers kan schijnen, maar zeker niet voor den onderzoeker, die zoo gaarne de vestiging van den staatkundigen toestand van het nieuwere Europa, met name die van het leenstelsel, in onderscheidene landen, gadeslaat en met elkander vergelijkt.
In twee deelen is het werk bevat, van welke ons hier het eerste, tot gerijf der leesgezelschappen in twee stukken, wordt geleverd, behelzende in vijf hoofdstukken, elk wederom van twee afdeelingen, de geschiedenis van af (is des vertalers geliefde uitdrukking) den val van het Westersch Rijk, tot aan het midden der veertiende eeuw.
Wat nu ons oordeel, zoo over de belangrijkheid van het onderwerp, of der stoffe, als over de behandeling derzelve door den oorspronkelijken schrijver, en de overbrenging in onze taal, betreft; buiten tegenspraak is het nieuwere Italië voor de geschiedenis van Europa, der beschaving en letteren, van handel en zeevaart, en der menschheid in het algemeen, uiterst gewigtig. Daarenboven brengen de veelvuldige omwentelingen, de bloei en val van onderscheidene staten en geslachten, zoo wel als de levendigheid van het volkskarakter, eene