Aanmerkingen en Bedenkingen op de Dankrede van den Predikant R.A. van Deursen. Door J.H. van Meukeren. Te Amsterdam, bij J. Kraijenbrink. In gr. 8vo. 32 Bl. f :-40.
Zoodra wij dit stukje hadden doorgelezen, waren wij nog meer dan te voren overtuigd, dat Do. van deursen zijne Dankrede onder zijne papieren had moeten bewaren, indien hij niet had willen besluiten, dezelve te vernietigen. De gronden van onze nadere overtuiging houden wij achter, om niet genoodzaakt te zijn tot herhaalde behandeling van deze altijd nuttelooze krakeeling. Dit zij voor onze Lezers genoeg.