Eerstelingen van L.R.E. Te Groningen, bij J. Oomkens. 1827. In gr. 8vo. 51 Bl. f 1-:
Deze Eerstelingen verraden niet slechts kindschheid in de kunst, maar schijnen ons ook weinig voor de toekomst te beloven; want nergens vindt men in dezelve eenen echt dichterlijken toon, die door de middelmatige rijmregels henenklinkt. Wij hebben nog al op met jeugdige dichtvruchten, wanneer eene overdrevene weelderigheid hoop geeft op gloed en levenskracht; maar, waar alles zóó zonder geur en kleur is als hier, daar gelooven wij den ons onbekenden vervaardiger gerust te mogen aanraden, om zijne eentoonige en vervelende lier aan de wilgen te hangen, of dezelve op zijn hoogst bij verjaar- en bruiloftsfeesten voor zich en zijne dischgenooten te bespelen.