ro de Natura Deorum en de Legibus gegeven heeft, op dezen weg voortgaan, wat zou er dan nog niet van evenzeer beroemde mannen - men denke slechts aan een' wesseling, duker, hemsterhuis, schrader, valckenaer, oudendorp, luzac en vele anderen; wij noemen hier slechts Philologen - uit te geven zijn! Immers zijn de Dictata, of, wil men liever, Scholia, van deze mannen over onderscheidene Grieksche en Latijnsche auteuren in handschrift nog in veler handen. - Doch wij betuigen nogmaals onzen dank aan den Heer geel voor het hier door hem geleverde. Slechts vragen wij, of het niet beter ware geweest - daar toch dit boek niet voor geleerden, maar inzonderheid voor jongelingen, die leeren willen, bestemd is - scholia, als op bladz. 184 op de woorden Rubentibus auriculis, incontiore capillo gevonden worden, weg te laten, hoewel wij toegeven, dat den reinen alles rein is; maar -! Ook wenschten wij de correctie wat zorgvuldiger; want wie toch weet, welke plaats van ovidius bedoeld wordt, als hij bladz. 286 leest: burman ad ovid. Inst. III. 8? en zoo zijn er meer storende
drukfouten. Daarenboven hinderden ons de vele aanhalingen van zeer kostbare werken, die zich toch zeker niet in de kleine boekerijen van studenten bevinden, ook moeijelijk door zeer velen hunner kunnen aangeschaft worden, en waarvoor de Hoogleeraar, onzes oordeels, veel doelmatiger eene nadere eigene verklaring had kunnen geven. Aan zucht, om met belezenheid te pronken, zijn die aanhalingen zeker niet toe te schrijven. Wij hebben ruhnkenius in persoon gekend: zoo iemand, hij was wars van dergelijke geleerde pedanterie. Doch, hoe dat zij, zij doen luttel nuts. De meeste studenten bezitten die boeken niet, kunnen ze ook niet aankoopen, en getroosten zich de moeite niet, om ze op de publieke bibliotheek na te slaan, wat, trouwens, voor ieder collegie ook niet van hen zou te vergen zijn. En dan zijn er nog wel sommige plaatsen, die slechts met eene enkele aanhaling van eenen Commentator over den een' of anderen auteur verklaard worden; zoo als bladz. 297, waar, tot opheldering van het woord puerperium, enkel staat: burman ad Anthol. Lat. Tom. I. pag. 78, en bladz. 266. op het woord Tiburti slechts: graev. ad cicer. ad Attic. VIII. 14. Wie nu de Latijnsche Anthologie van burman, of den cicero van graevius, die beide thans een vrij aardig sommetje moeten kosten, niet