Dankrede ter viering van zijne vijfentwintigjarige Evangeliebediening in de Hervormde Gemeente van Dordrecht, op den 2den December 1827. Door C.W. Stronck, Th.D., Predikant aldaar. Te Dordrecht, bij J. de Vos en Comp. 1827. In gr. 8vo. VIII en 61 bl. f :-60.
De tekst dezer Dankrede is 1 Tim. I:12. Deze Redevoering verschijnt in het licht op uitnoodiging van 's mans vriendelijke Ambtgenooten en op verzoek van vele leden der Gemeente, die haar of niet hadden kunnen hooren, of gaarne nog eens wilden lezen, of, als een blijvend aandenken van de gevierde plegtigheid, haar wenschten te bezitten.
Het plan der Dankrede geeft stronck zelf op met deze woorden: ‘Laat mij de redenen voor U openleggen, om welke ik mij gelukkig acht, en Jezus Christus dank, dat ik in de bediening des Evangeliums gesteld ben. Laat mij vermelden mogen, hoe ik mij bevoorregt reken, en welke dankstof ik heb aan Hem, onzen Heer, die mij bekrachtigd heeft, nu vijfentwintig jaren deze bediening onder U vervuld hebbende. En ontvangt dan ook Gijlieden allen, Geliefden! in onderscheidene betrekkingen, de dankerkentenis, welke ik gevoel verschuldigd te zijn aan U, met mijne opwekkingen, mijne heilwenschen en mijne zegenbeden!’
Dit plan wordt eenvoudig en gepast uitgevoerd. Meer kunnen wij van deze Redevoering niet zeggen. De Heer bekrachtige dan waardigen stronck nog lange, opdat hij nog ruimer dankstof vinde voor genotene voorregten in zijne Evangeliebediening!