Vier Voorlezingen over den Mensch. Door H. Polman, Az. Te Haarlem, bij de Erven F. Bohn. In gr. 8vo. IV en 154 bl. f 1-40.
Het verwondert ons niet, dat de leden van het Haarlemsche Departement der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen deze voorlezingen met genoegen gehoord hebben, en wij twijfelen er niet aan, of zij zullen ook met genoegen gelezen worden. De eerste voorlezing, behelzende de inleiding tot de geheele behandeling van het onderwerp, stelt, op eene luimige wijze, onderscheidene gevoelens voor, aangaande den mensch, die, naar des schrijvers meening, minder doelmatig en juist zijn. De tweede beschouwt den mensch in opzigt tot zijn ligchaam; de derde, ten aanzien der vermogens van zijnen geest; terwijl de schrijver in de vierde eenige gevolgen voorstelt, afgeleid uit de beschouwing der menschelijke natuur. De Heer polman behandelt de verschillende gedeelten van zijn onderwerp op eene levendige, de aandacht boeijende wijze, en doet zich door dit geschrift kennen als eenen man, die zich met vrucht toelegt op de verrijking van zijnen geest met zulke kundigheden en die oefening van zijn verstand, welke hem niet alleen in staat stellen, om in het onderwijs van de Godsdienst nuttig werkzaam te zijn, maar ook, om in iederen beschaafden kring zijnen stand eer aan te doen.