sex annos, hoc die, hic loci, professorium illud Linguae Graecae docendae munus solemniter adiit, quo deinceps Literarum cultum, discipulorum commoda, Academiae suamque ipsius gloriam tam praeclare promovit. - Tum vero et eo ipso die vicesimum nonum explebat vitae annum; erat enim idem dies ipsi natalis. - - Igitur et ante hos octoginta quinque annos, hoc suo die natus fuit in pago Leckum.
Vervolgens doorloopt hij 's mans leven, eerst door zijnen vader, een Predikant, onderwezen, daarna op de Latijnsche school te Leeuwarden, toen te Franeker en een' korten tijd te Leiden studerende, voorts te Deventer en straks te Franeker beroepen, waar hij ook zijne loopbaan heeft ten einde gebragt. De geschiedenis van zijnen geest, van zijn werken en hierin doorstralende bekwaamheid en vlijt, maakt dus het belangrijke van dit verhaal uit. Wassenbergh was een uitmuntend Philoloog, in de talen van Hellas en Latium niet alleen, maar ook in de Vaderlandsche en bijzondere Vriesche, door en door ervaren, en in alle drie zelfs de lier met het beste gevolg hanterende. Hij was daarenboven een braaf man, een warm liefhebber van zijn Vaderland, met name van Vriesland en de van ouds beroemde Hoogeschool, aan welke hij het spoor van hemsterhuis en andere groote mannen getrouw bewandelde. Hij liet, behalve onderscheidene geschriften, inzonderheid vele treffelijke kweekelingen, zoo wel voor den katheder, als voor de hoogste betrekkingen in den Staat, na. Doch het een en ander moge in de Narratio breeder worden nagelezen.
In het overige der Redevoering zien wij, onder anderen, de crane's tevredenheid over de nieuwe Mathesis-wet. Qui scilicet - zegt hij - Matheseos erant rudes, ii, ut fit, pro nihilo eam habentes, nullam cum studiis Theologicis, cum Jurisprudentia, cum Literis quibuscunque conjunctionem habere, his multo magis vel dispendio temporis obesse posse, satis importune clamitabant. Mei quoque ordinis homines, Literati illi, Scaligerorum, Vossiorum, Goliorum, Hemsterhusiorum obliti, his artibus carere, eas negligere, vituperare tandem didicerant.
Bij de overdragt van het Rectoraat aan den Baron de geer, Theol. Prof., luidt het slot van alles dus: Quanto natalium Tu ante ceteros excellas splendore, tanto magnificentius, quanto Tua disciplina reliquis sanctior censeatur, tanto dignius hoc Munus geras administres exopto.
Bevinde zich de geleerde man nog lang zoo opgewekt tot fpreken en schrijven!