in eene zaak van zoo veel gewigt voor de menschelijke zamenleving, en inzonderheid voor beoefenaars der Geneeskunst, is deze Proeve onontbeerlijk tot onderzoek en kennis der waarheid.
De geleerde Auteur vermeldt eerst uitvoerig de waarnemingen van anderen en van hemzelven, behandelt in eene tweede Afdeeling het pathologische, onderzoekt in een derde gedeelte de oorzaken, en spreekt in eene vierde Afdeeling over de middelen ter verhoeding van het ontstaan van Kinderpokken bij Gevaccineerden; terwijl in een Aanhangsel de laatste narigten daaromtrent worden medegedeeld. Als kenmerken der Varioloïden geeft de Schrijver op: onregelmatige uitbotting, gebrek aan volkomene ettervorming en etterkoorts, spoedige opdrooging; kenmerken, welke ook door Recensent zijn waargenomen. Eene regelmatig afgeloopene Vaccinatie houdt hij voor een volkomen en zeker voorbehoedmiddel tegen de Kinderziekte, en zoekt in het gemis van dezen regelmatigen afloop, hetzij door onvolkomene Koepokstof, hetzij door andere oorzaken verwekt, de aanleiding tot het ontstaan van gewijzigde Kinderpokken bij latere besmetting. Ook schijnt de Heer lüders eene ontaarding der Koepokstof te stellen; waarom hij de noodzakelijkheid beweert van het vernieuwen der stof uit de pok der Koe zelve. Uitvoerig vooral is de Schrijver over de verhouding tusschen Varioloïden en Varicellae, en stelt tweederlei varieteit van Varioloïden, waarvan de eene, om derzelver overeenkomst met ware Kinderpokken, Varioloïs Vaccinica, de andere, om derzelver vorm en karakter, Varicella Vaccinica genoemd wordt. Onder de middelen, ter voorkoming van Kinderziekte bij Gevaccineerden, telt de Schrijver eene zoo veel mogelijk volkomene Koepokinenting, eene nu en dan plaats hebbende vernieuwing der Koepokstof, en eene spoedige en algemeene Vaccinatie.
Recensent onthoudt zich voorbedachtelijk van alle aanmerkingen omtrent de hier geopperde vooronderstellingen, daar de geheele zaak tot nog toe alleen voorwerp van waarneming, en alle bespiegeling niet meer dan loutere gis-