daad regt geschikt, om der groote gebeurtenis die treffende houding, dat verleidelijke voor den beschaafden geest mede te deelen, waardoor zelfs de braafste mannen in verschillende landen, voor zoo veel zij gevoel en smaak hadden, menigmaal werden weggesleept.
Doch na den dood van robespierre, en vervolgens nog eens, in staat van beschuldiging gesteld en gekerkerd, zag hij alhaast geheel van de staatkunde af, en werd weèr geheel kunstenaar. Onder napoleon vervaardigde hij de meeste zijner groote historiestukken, zoo uit het leven van dien man, als uit de oude geschiedenis. Na de herstelling moest hij het land verlaten, en week onder de gastvrije vleugelen van ons Bewind. De Koning van Pruissen deed vergeefs de schitterendste aanbiedingen, om hem naar Berlijn te troonen. Hij was daartoe, op zeven-en-zestigjarigen leeftijd, te oud, en... te zeer Franschman. Zijn roem steeg ten hoogsten top; en zijne verbeeldingskracht bleef nog even levendig, toen zijne handen hem reeds de dienst weigerden. Zijn laatste blik was aan de kunst gewijd: hij stierf, terwijl hij nog bezig was, de proef eener plaat van een zijner schilderstukken te corrigeren.
Wij zijn niet bevoegd om zijne verdienste juist te beoordeelen, buiten bezit zijnde zelfs van eene plaat naar zijn werk, en nooit in de gelegenheid geweest om iets van hem te zien. Gewis was hij een groot man. Hebben wij navez en anderen, hier genoemd, als zijne leerlingen te beschouwen, en leven nogtans zijne beste leerlingen in Frankrijk, dan zal geen Nederlander hem dezen naam betwisten. Doch, hoe hebben wij het te dezen? Hoort men Franschen over kunst spreken, dan zou men zeggen, dat er eigenlijk maar twee schilderscholen bestonden, de Italiaansche en de Fransche, althans dat de onze veel lager staat. Heeft dit eenigen grond? Wanneer heeft het dien dan verkregen? De nationaliteit ga toch niet zoo ver, dat elk maar roepe: ‘mijne is het mooiste,’ - dan zelfs, wanneer men eene en dezelfde taal spreekt, en zich wederkeerig met geene vertalingen behoeft te vergenoegen.
Vreemd is het verhaal van david's huwelijk. De liefde was daarbij althans geen makelaar. Een broeder van het meisje schikte het hem toe, en de vader bood het hem aan; hij zelf maakte wel de minste haast: trouwens, hij kende het meisje geheel niet.