Uitgelezene Gedachten van den Graaf De Ségur. Uit het Fransch. Te Rotterdam, bij J. Immerzeel, Jr. In 12mo. 148 Bl. f 1-20.
Een net, allerliefst boekje vol levenswijsheid, doch zonder voorrede, waarvan wij hier de plaats zullen vervangen. De Schrijver is een Fransch Staatsman, door zijnen geest en zijne talenten vermaard, Schrijver eener voortreffelijke Geschiedenis van Europa tusschen 1786 en 1797, en van zeer onderhoudende Gedenkschriften van zijnen eigen' tijd en verrigtingen, vooral van zijn Gezantschap in Rusland in 1785-1787, waaruit men katharina II, potemkin, den Prins de ligne, en andere beroemde mannen van dien tijd, en den staat van Frankrijk even vóór de Omwenteling, beter leert kennen, dan uit eenige aan ons bekende werken. Zijn Zoon is de Schrijver vol talenten, die ons den veldtogt van Rusland bijna met de kracht van eenen tacitus heeft afgeschetst. De Vader heeft, behalve zijne historische, nog meer andere werken geschreven, uit welke eene bloemlezing is gemaakt van korte spreuken, in den vorm der bekende Maximes van rochef oucault, doch niet zoo zeer op het grofste Egoïsmus gegrond. Verre vandaar! Men hoore slechts:
‘De grijsheid des eigenbelangzoekers is akelig: hij heeft noch medgezel, noch opvolger, noch hoop; hij alleen vervult ongeschiktelijk zijn' eigen' cirkel, even als de slak haar huisje; het voorledene is voor hem eene ledige ruimte, het tegenwoordige eene wildernis, en de toekomst het niet.’
Men hoore nog de volgende zedespreuken:
‘Er bestaan twee soorten van vrolijkheid. De eene is levendig, ligtvaardig, onbezonnen, onstuimig, driftig; zij is die der jeugd; zij vermoeit door haar gedruisch, en, even als een vuurwerk, laat zij in de ziel iets stils en treurigs achter. De andere is bedaarder, zachter, duurzamer; zij is eene kunstverlichting, die de schaduwen des nachts doet verdwijnen, en die ons verheugt, terwijl zij ons verlicht. Deze be-