Onderrigt en bemoediging voor Lijdenden. Uit de nagelatene Schriften van J.G. Rosenmuller. Naar het Hoogduitsch. Te Haarlem, bij de Erven F. Bohn. In gr. 8vo. 164 Bl. f 1-80.
Men kan ook zulk een boekje bij ons wel oorspronkelijk geven; maar men verlangt toch afwisseling en keuze. Rosenmuller schrijft zoo, dat men soms onder het lezen zegt: ‘Zoo kan ieder wel schrijven; zoo zou ik het zelf wel kunnen doen;’ maar juist dit beveelt zijn geschrijf bijzonder aan, en ‘het schijnt door de ondervinding bewezen, dat de ziel in droefenis juist dat eenvoudige, in het gemoed als invloeijende verkiest, en daarvoor bij eene sombere stemming meer vatbaar is, dan voor het afgetrokkene en eenen hoogeren stijl.’ Hierin zijn wij het met den Vertaler en Voorredenaar eens. De Schrijver is ook bij ons genoegzaam bekend en geacht. De Overdenkingen zijn XVI in getal. Ziet hier den rijken inhoud: De Godsdienst het beste middel van huisselijke tevredenheid. Niets bij geval. Het lijden eene weldaad van God. Een middel tot zedelijke verbetering en oefening. Des Christens gedrag bij huisselijk lijden. Het onbestendige der menschelijke lotgevallen. Christeelijk geduld en lijdzaamheid. Over de krankheden der ziel, en de middelen daartegen. Gods bestuur bij den aanvang en het einde van het menschelijk leven. Gewigt der waarheid, dat wij volgens Gods bestel sterven. De pligt, om voor zijn leven te zorgen, met de bereidvaardigheid tot sterven in verband gebragt. Overwegingen over het graf. Over den vroegtijdigen dood van vele menschen. Troostgronden bij den dood van vroeggestorvene kinderen. Hoe kan men zich de scheiding van zijne aardsche betrekkingen ligter maken? Voortduring der deugdzame verbindtenissen in den Hemel. Deze Vertoogen zijn alle eenvoudig waar, schoon en goed; vele zijn zelfs voortreffelijk. Het boekje hebbe goeden aftrek!