Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1827
(1827)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 451]
| |||||||||
van R....., ruim twee jaren oud, zeer ongesteld, en teerde oogenschijnlijk uit: alle uiterlijke teekenen van wormen deden zich blijkbaar bij hetzelve voor; terwijl nogtans van de vele inlandsche middelen, welke hetzelve bij herhaling en afwisseling werden toegediend, geen van eenig gewenscht gevolg werd bevonden; integendeel, alle die middelen, welke anderzins tegen deze kinderplaag bij anderen met een' gewenschten uitslag waren toegediend, schenen eene verkeerde uitwerking op dit lijdertje uit te oefenen, en hetzelve hoe langs zoo meer naar den rand van het graf te voeren. Dus stond het met hetzelve geschapen, toen op zekeren morgen, met geene geringe bevreemding, werd ontwaard, dat de navel van het kind, zonder eenige voorafgaande aanleiding, open was gegaan; wordende tevens in de windsels van het kind twee groote wormen gevonden. Zonder de ware reden alsnog te kunnen bevroeden, waardoor de opening in den navel was veroorzaakt geworden, verheugde men zich bij voorraad, dat het kind deze wormen had ontlast, hetgeen aan de gunstige werking der toegediende middelen werd toegeschreven. In deze vooronderstelling ging men voort met dezelfde geneesmiddelen te blijven toedienen; terwijl men zich vleide, dat, daar dezelve thans eerst hun vermogen op de ziekte begonnen uit te oefenen, men zich welhaast eene gunstige verandering ten opzigte van het lijdend kind mogt beloven. Hoe groot was niet de verwondering, toen den volgenden morgen, bij het openen van het gelegde navelverband, een vervaarlijk groote worm, van ruim elf duimen lengte en ter dikte van een' kabaalpijpensteel, reeds ter helfte uit de wond, werd bespeurd, en, hoewel alle moeite aanwendende om verder te geraken, hierin niet scheen te kunnen slagen. Ik zelf was hierbij tegenwoordig, en gelastte dezen worm voorzigtig uit te trekken. Nimmer bevorens van dergelijk iets gehoord hebbende, en bij velen zelfs twijfel aan de waarheid hiervan ontmoetende, dreef mij dit aan, om gedachte Dame aan te raden, dit kind aan de zorgen en behandeling van eenen Geneesheer toe te vertrouwen. Zij ging | |||||||||
[pagina 452]
| |||||||||
dan ook hiertoe over, en zoo veel te gereeder, uit hoofde zij, bij herhaling, de veelvuldige en gereede hulp van den Geneesheer F....... had mogen ondervinden, en de toestand van het lijdertje dit dringend scheen te vorderen. De Geneesheer F....... alhier kwam dan ook, op de vriendelijke uitnoodiging namens deze Dame, en gaf, bij het vernemen van dit voorval, mede niet ondubbelzinnig zijne verwondering deswege te kennen. Het volgende, als:
S. 3 malen daags een theelepeltje.
S. om mede te smeren, enz.
werd door hem voorgeschreven, en het gebruik daarvan zorgvuldig aanbevolen. - Of intusschen bezigheden van een' dringender aard den Geneesheer hebben verhinderd, zijne komst bij dit kind te herhalen, dan wel of de gevaarlijke en schier hopelooze staat van dit lijdend kind dit als noodeloos deed beschouwen, weet ik niet; maar dit is waar, zijn Ed. kwam niet weder, en hierdoor ben ik dan ook niet in de mogelijkheid, de verdere geneeskundige behandeling van deze ziekte mede te deelen. De voorgeschrevene middelen werden intusschen toegediend, zonder dat zulks nogtans door de ontlasting van wormen langs den gewonen weg gevolgd werd, terwijl de ontlasting door den navel bestendig voortging; ja, ging dit laatste zelfs zoo verre, dat dit kind op één' dag drieëndertig wormen, zoo groote als kleinere, kwijtraakte. | |||||||||
[pagina 453]
| |||||||||
Gedurende den tijd van ruim acht dagen ontlastte dit kind in het geheel honderd-en-drie wormen; als vier langs den gewonen weg, drie door overgeven, en zes-en-negentig door den navel. Daarenboven kreeg dit lijdertje, in deze tusschenruimte van acht dagen, nog de mazelen, waarvan het gelukkig mogt herstellen. De wond des navels is thans geheeld, en het kind, dat bij uitstek veel heeft geleden, is, met uitzondering van groote zwakte, terwijl ik dit schrijf, geheel hersteld. |
|