Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1827
(1827)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijVaderlandsche Letteroefeningen. G.S. Leeneman van der Kroe en J.W. IJntema, Amsterdam 1827
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Vaderlandsche Letteroefeningen uit 1827.
Deze jaargang bestaat uit twee delen die in twee banden zijn verschenen. In deze digitale versie is er één bestand van gemaakt.
redactionele ingrepen
Op verscheidene plaatsen in de tekst staan accolades die meerdere regels overspannen. Omdat wij dergelijke accolades in deze digitale versie niet goed kunnen weergeven, worden op elke betreffende regel de accolades herhaald. Ook de woorden die eromheen staan worden om misverstanden te voorkomen op iedere regel herhaald.
Op verscheidene plaatsen in de tekst staat een omgekeerde † als nootteken. Dit teken kan in deze digitale versie niet worden weergegeven en is daarom steeds vervangen door ‡.
Deel 2, p. 777-785: in het exemplaar dat wij gebruikt hebben voor digitalisatie volgen deze pagina's in schijnbaar willekeurige volgorde op de laatste pagina van deel 1. In deze digitale versie zijn de pagina's in de juiste volgorde na p. 776 van deel 2 geplaatst.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (deel 1 p. II, IV, deel 2 p. II, IV) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[deel 1, pagina I]
BOEKBESCHOUWING,
VOOR
1827.
[deel 1, pagina III]
VADERLANDSCHE
LETTEROEFENINGEN,
OF
TIJDSCHRIFT
VAN
KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN,
WAARIN DE
BOEKEN en SCHRIFTEN,
DIE DAGELIJKS IN ONS VADERLAND EN ELDERS UITKOMEN, OORDEELKUNDIG TEVENS EN VRIJMOEDIG VERHANDELD WORDEN.
BENEVENS
MENGELWERK,
tot Fraaije Letteren, Kunsten en Wetenschappen, betrekkelijk.
EERSTE STUK.
VOOR
1827.
BOEKBESCHOUWING.
Te AMSTERDAM, bij
G.S. LEENEMAN van der KROE
en
J.W. IJNTEMA.
1827.
[deel 1, pagina 687]
REGISTER VAN DE BOEKBESCHOUWING.
A. | |
Aa, (C P.E. Robidé van der) De Dood van Lord Byron. Leeuw. bij G.T.N. Suringar. | 420 |
Aanprijzenswaardige Werkjes voor de Jeugd. | 662 |
Adres aan alle mijne Hervormde Geloofsgenooten. Amst. bij J.H. den Ouden. | 602 |
- (Het) aan alle mijne Hervormde Geloofsgenooten getoetst, enz. Amst. bij G. Portielje. | 602 |
Adriani en Spandaw, Hulde aan de Nagedachtenis van Graaf Adolf van Nassau. Gron. bij J. Oomkens. | 474 |
Almanak voor het Schoone en Goede, voor 1827. Amst. bij G.J.A. Beijerinck. | 47 |
- voor de Jeugd, voor 1827. Amst. bij G.J.A. Beijerinck. | 47 |
- (Nederlandsche Muzen-) voor 1827. Rott. bij J. Immerzeel, Jun. | 89 |
- (Belgische Muzen-) voor 1827. Gent, bij A.B. Stéven. | 180 |
- (Studenten) voor 1827. Leyd. bij L. Herdingh en Zoon. | 344 |
- der Akademie van Groningen, voor 1827. Gron. bij J. Oomkens. | 428 |
Alphen, (D.F. van) Redevoering over de Geldleening voor de Overzeesche Bezittingen. Leyd. bij C.C. van der Hoek. | 159 |
Atlas der Oude Wereld. Gron. bij W. van Boekeren. | 260 |
B. | |
Baane, (J.C.) Reis door de Nederlandsche Bezittingen in Oost-Indië. Amst. bij G.J.A. Beijerinck. | 380 |
Bähler, geb. Despar, (Vrouwe H.W.M.) Het Oude Licht en het Nieuwe Licht. Amst. bij J.H. den Ouden. | 57 |
- (L.H.) Leerrede over Exod. VII:3. Amst. bij J.H. den Ouden. | 318 |
Bakker, (G.) De Volksziekte te Groningen. Gron. bij W. van Boekeren. | 319 |
[deel 1, pagina 688]
Barbaz, (A.L.) Gedenkzuil voor Wattier-Ziesenis. Amst. bij J.C. van Kesteren. | 423 |
Beer Poortugael, (J.C.C. den) Nagelaten Gedichten en Verhandelingen. 's Hag. bij J. Immerzeel, Jun. | 386 |
Beijer, (J.C.) Gedenkboek voor Neêrlands Watersnood. 's Hag. bij J. Immerzeel, Jun. | 284 |
Beleg (Het) van Antwerpen. Nijm. bij J.F. Thieme. | 42 |
Bellamy, (J.) Gedichten. Haarl. bij de Wed. A. Loosjes, Pz. | 559 |
Bemmelen, (A. van) Geschiedenis der Goddelijke Openbaring des Bijbels. Delft, bij de Wed. J. Allart. | 569 |
Berrange, (J.C.) Godsd. Redevoering aan den Tijgerberg. Kaapstad, gedrukt door G. Greig. | 485 |
Bibliothèque médicale, nationale et étrangère. Bruxelles, chez Tarlier. | 193 |
Bilderdijk, (W.) Navonkeling. II Deelen. Leyd. bij L. Herdingh en Zoon. | 470 |
- - Oprakeling, later Dichtstukjens. Dordr. bij J. de Vos en Comp. | 606 |
Bischoff, (J.R.) Leer der Koortsen. Nijm. bij de Wed. J.C. Vieweg en Zoon. | 486 |
Blankenbijl, (D.) Handleiding tot de Artsenijmengkundige Scheikunde. Iste St. Dordr. bij Blussé en van Braam. | 532 |
Blanqui, (A.) Reis naar Madrid. Amst. bij J.C. van Kesteren. | 545 |
Bogue, (D.) Redevoeringen over het Duizendjarig Rijk. Iste en IIde D. Gron. bij W. Wouters. | 477 |
Bonstetten, (Victor de) De Noord- en Zuidlander. Leyd. bij C.C. van der Hoek. | 220 |
Borger, (P.A.) Dichtkransje. Heerenv. bij F. Hessel. | 180 |
Borgers, (H.J.) Ciceronis Paradoxa. Lugd. etc. | 398 |
Boymans, (J.A.) Bijzonderheden op eene Reize van Brussel naar Parijs. Dordr. bij Blussé en van Braam. | 34 |
Breugel, (C. van) Mémoires. Amst. et la Haye, chez les Frères van Cleef. | 452 |
Brief van P. Immink. Devent. bij A.J. van den Sigtenhorst. | 273 |
Bronckhorst, (Van) Levensgeschiedenis van den Jonkheer van Belgeur. II Deelen. Nijm. bij J.F. Thieme. | 458 |
Brouwer, Pz. (P). Onderzoek naar Rom. I-XI, Leeuw. bij J.W. Brouwer. | 54 |
- (P.W.) De Bijbelleer aangaande den Persoon van J.C. Arnh. bij P. Nijhoff. | 93 |
- (P. van Limburg.) Proeve over Pindarus. Amst. bij P. Meijer Warnars. | 300 |
[deel 1, pagina 689]
Buffon in Miniatuur. V Deeltjes. Amst. bij M. Westerman. | 47 |
C. | |
Chateaubriand, (F.A. de) De Lotgevallen van den laatsten Abenceraag. Amst. bij A.J. van Tetroode. | 88 |
Christelijke Versterking en Vertroosting. Haarl. bij de Erven F. Bohn. | 482 |
Clarisse, (J.) Gedenkwaardigheden. II Deelen. Leyd. bij A. en J. Honkoop. | 149 |
- (T.A.) De weg tot Christelijke volkomenheid. Iste Deel. Gron. bij J. Oomkens. | 226 |
Cooper, (J.) De Volkplanters. Iste en IIde D. Gron. bij W. van Boekeren. | 517 |
- - IIIde D. | 519 |
Costa, (I. da) Voorlezingen over de Handelingen der Apostelen. Iste D. Amst. bij J.H. den Ouden. | 6 |
Coulon, (J. Vitringa) Een woord aan de jongere Vriesche Geneeskundigen. Leeuw. bij M. van den Bosch. | 399 |
Cramer, (A.) Moeder en Dochter. Amst. bij A. Cramer en Comp. | 519 |
- - De kleine Tooneelspeler. Amst. bij J.C. van Kesteren. | 520 |
D. | |
Deinse, (A. van) Ostendes Ramp op den 19 Sept. 1826. Rott. bij Mensing en van Westreenen. | 36 |
Dermout, (I.J.) Nieuwe Leerredenen. IIde Bundel. Dordr. bij Blussé en van Braam. | 429 |
D'Escury, (H. Baron Collot) Hollands Roem in Kunsten en Wetenschappen. IIIde D. 's Hag. en Amst. bij de Gebr. van Cleef. | 195 |
Doelen, (J. van) Eenvoudig Verhaal wegens het Kunstcement. Utr. bij J. Altheer. | 233 |
Doornik, (J.E.) Vrijmoedige Gedachten over Neêrlands Indië. Amst. bij C.G. Sulpke. | 159 |
Dupin, Proces van den Constitutionnel. Sluis in Vlaand. bij T.J. Jansen. | 115 |
E. | |
Een Wederwoord van den Redacteur aan P.G: Witsen Geysbeek. | 184 |
Eichstorff, (P.F.L. von) Deutsche Blumenlese aus Holländischen Dichtern. Namur. | 507 |
Elout, (C.P.J.) W. Marsden's Maleische Spraakkunst. Haarl. bij J. Enschede en Zonen. | 217 |
- - - - Maleisch, Nederduitsch en Fransch Woordenboek Haarl. bij dezelfden. | 217 |
[deel 1, pagina 690]
Elout, (C.P.J.) Nederduitsch en Maleisch Woordenboek. Haarl. bij dezelfden. | 217 |
Es, (L. van) Der Priesteren pligt. Zutph. bij H.C.A. Thieme. | 188 |
F. | |
Fischer, (C.A.) Krijgs- en Reistogten. Amst. bij C.L. Schleijer. | 219 |
Friedmann, (E.) De Jezuiten. Amst. bij J.C. van Kesteren. | 391 |
G. | |
Galerij van beroemde Mannen en Vrouwen in Nederland. Amst. bij P. den Hengst en Zoon. | 512 |
Gébel, (C.) De Vischpink in den storm. 's Hag. bij W.K. Mandemaker. | 420 |
Gedenkschriften van R. Guillemard. II Deelen. Amst. bij J.C. van Kesteren. | 381 |
Geelhoed, (D.) Onderwijs in de behandeling der Hemelglobe. Dordr. bij Blussé en van Braam. | 537 |
Gelder, (J. de) Verhandeling over de Nat. en Zed. Vetenschappen. 's Hag. en Amst. bij de Gebr. van Cleef. | 15 |
- - - Gronden der Stelkunst. 's Hag. en Amst. bij de Gebr. van Cleef. | 178 |
- - - Uitgewerkte Oplossingen. 's Hag. en Amst. bij de Gebr. van Cleef. | 403 |
Genlis, (De) De Hertogin de la Valiere. Amst. bij J.C. van Kesteren. | 304 |
- - Mevrouw de Maintenon. Amst. bij J.C. van Kesteren. | 658 |
Gerard, (A.) Leerrede over de natuur der gezonde Leer. Amst. bij J.C. Sepp en Zoon. | 3 |
Geschiedenis der Grieken. Rott. bij Mensing en van Westreenen. | 425 |
Gevers, (D.T.) Verhandeling over de Duinvalleijen. Amst. bij L. van Es. | 538 |
Geysbeek, (P.G. Witsen) Erdmann's Stenographie. Amst. bij de Gebr. Diederichs. | 133 |
Glatz, (J.) Julius van Klarenau. Haarl. bij de Wed. A. Loosjes, Pz. | 44 |
Goethem, (J.F. van) De Ton van Diogenes. Nijm. bij de Wed. J.C. Vieweg en Zoon. | 686 |
Goldsmith, Beknopte Geschiedenis van Griekenland. Zaltb. bij J. Noman. | 681 |
Gosselin, (J.J.) Alphabetische Naamlijst der Gemeenten, enz. IIde Gedeelte. Amst. bij J.C. van Kesteren. | 38 |
[deel 1, pagina 691]
Goudoever, (A. van) Redevoering. Utr. bij J. Altheer. | 177 |
Gregoire, (M.) Geschiedenis der Biechtvaders, enz. II Deelen. Gron. bij W. Wouters. | 378 |
Grotii (H.) Annotationes in N.T. Vol. I. Gron. apud W. Zuidema. | 49 |
- - Vol. II. | 667 |
Guide, ou Déscription de Leide. Leid. chez C.C. van der Hoek. | 261 |
Guislain, (J.) Traité sur l'aliénation mentale etc. II Tomes. Amst. chez J. van der Hey et Fils etc. | 354 |
H. | |
Haastert, (J. van) Mengelpoëzij. Delft, bij P. de Groot. | 302 |
Halbertsma, (J.) Hulde aan Gysbert Japiks. Iste St. Bolsw. bij A. Hessing. | 200 |
Handboek voor Notarissen. Iste D. Haarl. bij de Wed. A. Loosjes, Pz. | 169 |
Hazelhoff, (A.) Tijdkorter, voor 1827. Gron. bij A. Hazelhoff. | 47 |
Heeren, (A.H.L.)Ideën over de Staatkunde, enz. der Oudheid, IIIde D. Rott. bij A.F.H. Smit. | 111 |
- - - - IVde D. | 585 |
Hein, (G.H.) Leerrede. Kamp. bij de Erven A. Valckenier. | 5 |
- - - N.S. Hoek en W. van Vloten, Drie Leerredenen. Arnh. bij C.A. Thieme. | 483 |
Hengel, (W.A. van) Leerredenen. IIde D. Amst. bij J. van der Hey en Zoon. | 265 |
- - - - Afscheid van de Hervormde Gemeente te Amsterdam. Amst. bij dezelfden. | 578 |
Hergenröther, (J.B.) Opvoedingsleer in den geest des Christendoms. Iste en IIde St. 's Hag. bij A. Kloots en Comp. | 559 |
Heringa, Eliza'sz. (J.) Kerkelijke Raadvrager en Raadgever. IIden D. 2de St. Utr. bij J.G. van Terveen, enz. | 101 |
Herinnering aan Willem George Frederik. Zaltb. bij J. Noman. | 420 |
Herman van Giessen en zijne Lotgenooten. II Deelen. 's Hag. bij de Wed. J. Allart. | 40 |
Hermes, (K.H.) Heideblüthen. Utr. bei J. van Schoonhoven etc. | 264 |
Hesekiel, (C.F.) Godlief Zondag. II Deelen. Fran. bij G. IJpma. | 43 |
[deel 1, pagina 692]
Heyningen, (H. van) De gemoedsgesteldheid van David. IIIde D. 's Hag. bij S. de Visser. | 316 |
Hisely, (J.J.) Guillaume Tell et la Révolution de 1307-Delft, chez la Veuve J. Allart. | 412 |
Historische Gedenkschriften wegens Ferdinand VII. Amst. bij J.C. van Kesteren. | 325 |
Hoet, Jz., (C. ten) Göthe's Herman en Dorothea. Nijm. bij de Wed. J. Vieweg en Zoon. | 423 |
Holst, (H.J. van Ruerlo) Ontmoetingen en Gesprekken. Amst. bij Schalekamp en van de Grampel. | 307 |
Homerus, of Oorsprong der Ilias en Odysséa. Amst. bij P. Meijer Warnars. | 119 |
Hulshoff, (M.A.) De Koepokinenting beschouwd. Amst. bij L. van Es. | 566 |
I. | |
Iets, over eenige Protestantsche Zendelinggenootschappen. Utr. bij J. van Schoonhoven. | 396 |
Initia Florae Groninganae. Gron. apud J. Oomkens. | 158 |
Isselt, (E.W. van Dam van) Leonard en Lotje. Breda, bij F.B. Hollingérus Pijpers. | 343 |
J. | |
Jaarboekje over 1827. 's Hag. ter Landsdrukkerij. | 426 |
Jacobs, (F.) Grieksch Leesboek. IIIde D. Zutph. bij H.C.A. Thieme. | 177 |
Jeder, (S.C.M.) Geschiedkundige Verscheidenheden. Haarl. bij de Erven F. Bohn. | 678 |
Johnson, (J.) De invloed der Keerkringsluchtstreken, enz. IIde D. Amst. bij C.G. Sulpke. | 11 |
Jonge, (J.C. de) Verhandelingen en onuitgegeven Stukken. Iste Deel. Delft, bij de Wed. J. Allart. IIde D. 's Hag. en Amst. bij de Gebr. van Cleef. | 491 |
Jorritsma, (T.A.) Verslag van de Ziekten te Hoorn en Sneek. Amst. bij A. Vink. | 324 |
Jung, gen. Stilling, (J.H.) De Christelijke Menschenvriend. IIIde en IVde St. Amst. bij J.C. Sepp en Zoon. | 349 |
K. | |
Kampen, (N.G. van) Vaderlandsche Karakterkunde. Iste D. Haarl. bij de Erven F. Bohn. | 30 |
- - - - IIden D. 1ste St. | 649 |
- - - - Aan de Nederlanders. 's Hag. en Amst. bij de Gebr. van Cleef. | 332 |
- - - - Beknopte Geschiedenis der Letteren en Wetenschappen. IIIde D. Bijvoegsels en algemeen Register. Delft, bij de Wed. J. Allart. | 500 |
[deel 1, pagina 693]
Kantelaar, (J.) Redevoeringen en Dichtstukken. Haarl. bij de Erven F. Bohn. | 258 |
Karakterschets van Lord Byron. Delft, bij de Wed. J. Allart. | 240 |
Kirckhoff, (J.R.L. von) Verhandeling over de Dampkringslucht. Hoorn, bij J. Vermande. | 157 |
- - - - - Iets over de Oogontsteking. Hoorn, bij denzelfden. | 531 |
Klemens, (Vader) eene Roomschkatholijke Geschiedenis. Amst. bij G.J.A. Beijerinck. | 129 |
Koepokinenting (De) onderzocht. Amst. bij J.H. den Ouden. | 595 |
Kolk, (J.L.C. Schroeder van der) Observationes. Fascic. I. Amst. apud C.G. Sulpke. | 61 |
Kolonisten. (De) Amst. bij A.B. Saakes. | 345 |
Kuffner, (C.) Artemidotus in het Romeinsche Rijk. Isten D. 1ste en 2de St. Leeuw. bij Steenbergen van Goor. | 248 |
L. | |
Lasonder, (G.) Artsenijmengkundige Scheikunde. Dordr. bij Blussé en van Braam. | 443 |
Lastdrager, (J.) Toxicologische Tafel. Leyd. bij J.C. Cijfveer. | 491 |
Leerzame Voorbeelden. Zwolle, bij J L. Zechuizen. | 343 |
Leeuwen, (J. van) Tafereel van den Watervleed in Vriesland. Leeuw. bij G.T.N. Suringar. | 285 |
Lem, (J.) Leerrede. Dordr. bij Blusse en van Braam. | 231 |
Lennep, (J. van) Racine's Genade. Amst. bij P. Meijer Warnars. | 206 |
- - - Gedichten. Amst. P. Meijer Warnars | 335 en 371 |
Levenschets van den Generaal Foy. Delft, bij de Wed. J. Allart. | 455 |
Linden, (J. van der) Proeve over den H. Catechismus. IIIde St. Gron. bij W van Boekeren. | 224 |
- - - - IVde St. | 573 |
Llorente, (J.A.) Geschiedenis der Spaansche Inquisitie. IIIde D Amst. en Fran. bij J.C. Sepp on Zoon en G. IJpma. | 70 |
Lloyd, (H.E.) Alexander I. Dordr. bij Blussé en van Braam. | 365 |
Lotgevallen van Lodewijk Manheim. Arnh. bij C.A. Thieme. | 416 |
Loyola. (Ignatius van) Leeuw. bij Steenbergen van Goor. | 652 |
[deel 1, pagina 694]
Lulofs, (B.H.) Akademische Voorlezingen. Gron. bij J. Oomkens. | 22 |
- - - over de Nederlan Ische Spraakkunst, enz. Gron. bij denzelfden. | 22 |
M. | |
Macalester Loup, (H.) Omstandig Verhaal, enz. Zaltb. bij J. Noman. | 530 |
Maire, (H. le) Schoonheden uit de Geschiedenis der Reistogten. II Deeltjes. Rott. bij J. Immerzeel, Jun. | 660 |
Mastenbroek, (F.) Zedelijke Verhalen uit den Bijbel. IIde D. Sneek, bij F. Holtkamp. | 126 |
- - De kunst om gelukkig te worden. 's Hag. bij S. de Visser. | 306 |
Mayer, (J.T.) Handleiding tot het teekenen van Land-, Zee- en Hemelkaarten, enz. II Stukken. Amst. bij G. Portielje. | 672 |
Meerten, geb. Schilperoort, (A.B. van) Fabelkunde voor Jonge Lieden. II Deelen. Breda, bij F.B. Hollingérus Pijpers. | 45 |
- - - - - - Reis door het Koningrijk der Nederlanden. IVde D. Amst. bij Schalekamp en van de Grampel. | 342 |
Menken, (G.) De kracht en waarde des Geloofs. Enkh. bij J. over de Linden. | 221 |
Mensert, (W.) Geschiedkundig Overzigt omtrent de Oogziekten. Iste St. Amst. bij A. Vink. | 581 en 627 |
Meylink, (B.) Schei- en Artsenijmengk. Bibliotheek. Iste D. en IIden D. 1ste St. Amst. bij L. van Es. | 191 |
Moreau, Levenschets van Talma. Amst. bij J.C. van Kesteren. | 83 |
Morier, (J.) De Lotgevallen van Haji Baba van Ispahan. III Deelen. Gron. bij W. van Boekeren. | 262 |
Mulder en J.M.A. Roelants, (G.J.) Bijdrage tot de Geschiedenis der heerschende Ziekte. Rott. bij Mensing en van Westreenen. | 67 |
Muller (S.) en J. de Vries, Hulde aan R. Koopmans. Amst. bij P. Meijer Warnars. | 620 |
Muntinghe, (H.) Brevis expositio critices V.F. Gran. apud J. Oomkens. | 665 |
N. | |
Niemczewicz, (J.) Levi en Sara. Amst. bij ten Brink en de Vries. | 653 |
[deel 1, pagina 695]
Niemeijer, (A.H.) Philotas, Raadgever voor Lijdenden. Utr. bij O.J. van Paddenburg. | 667 |
Nierstrasz, Jun. (J.L.) Frans Naerebout. Leeuw. bij G.T.N. Suringar. | 554 |
Nieuwenhuis, (G.) Woordenboek van Kunsten en Wetenschappen. IVde D.R. - S. Zutph. bij H.C.A. Thieme. | 75 |
Numan, (A) Iets voor Landbouwers, enz. Gron. bij R.J. Schierbeek. | 636 |
O. | |
Ockerse, (W.A.) Nagelatene Redevoeringen. Amst. bij J. van der Hey en Zoon. | 282 |
Onsenoort, (A.G. van) Geneeskundige Heelkunde. Iste D. Amst. bij C.G. Sulpke. | 104 |
Overzigt (Kort) der jongste Gebeurtenissen in Griekenland. Zaltb. bij J. Noman. | 681 |
P. | |
Palm, (J.H. van der) Bijbel voor de Jeugd. XVIde St. Leyd. bij D. du Mortier en Zoon. | 50 |
- - - - - Vierde Tiental Leerredenen. Leyd. bij D du Mortier en Zoon. | 141 |
Pelkwijk, (J. ter) Beschrijving van Overijssels Watersnood. Zwolle, bij Clement, de Vri en van Stegeren. | 285 |
Pellecom, (A.N. van) Gedichten. IIde D. Breda, bij W. van Bergen en Comp. | 505 |
Pestalozzi, (H.) Al de Werken over het Onderwijs en de Opvoeding. Iste D. Zutph. bij W.C. Wansleven. | 80 |
Polak, (M.S.) Brieven van Q. Horatius Flaccus. Amst. bij S. de Grebber. | 682 |
Posthumus, (R.) Prieuwke fen Friesche Rymmelerye. Grins, by J. Oomkens. | 200 |
Pyman, (G.J.) Bijdragen rakende de Vereenigde Nederlanden. Utr. bij J.G. van Terveen. | 541 |
R. | |
Raoul, (L.-V.) Oratio inauguralis. Gandae, apud J.N. Houdin. | 125 |
Reinhard, (F.V.) De Christelijke Zedeleer. IXde D. Devent. en Fran. bij A.J. van den Sigtenhorst en G. IJpma. | 185 |
Ridder, (G.L.) Het woord aan de jongere Vriesche Geneeskundigen onderzocht. Breda, bij F.B. Hollingérus Pijpers. | 399 |
[deel 1, pagina 696]
Rinteln, (K. van) De vernedering onder Gods krachtige hand. Gorinch. bij J. van der Wal. | 4 |
Roskes, (H.T.) Redevoering over den Strijd der Grieken. Amst. bij ten Brink en de Vries. | 298 |
Royaards, (H.J.) Oratio. Utr. apud J. Altheer. | 389 |
S. | |
Sailer, (J.M.) Verkort Lees- en Gebedenboek voor Katholijke Christenen. Zaltb. bij J. Noman. | 151 |
Sander, (J.C.A.) Theophania II Deelen. Amst. bij G.J.A. Beijerinck. | 309 |
Santo Domingo, Het hedendaagsch Parijs. Leeuw. bij H.C. Schetsberg. | 83 |
- (Juan Diego Don Garzia y Kampo) Leerrede. Gorinch. bij J. Noorduyn. | 579 |
Scharp, (J.) Afscheid van den openbaren Evangeliedienst. Rott. bij J. van Baalen | 1 |
Schiller, (F. von) De Magt des Gezangs. Amst. bij G. Portielje. | 179 |
Schippers, (S.W) Eclogae Livianae. Gron. apud J. Römelingh. | 565 |
Schröder, (J.F.L.) Oratio. Traj. ad Rh. apud O.J. van Paddenburg etc. | 153 |
Schubert, (F.W. von) Reis door Zweden, enz. III Deelen. Devent. bij A.J. van den Sigtenhorst. | 646 |
Scott, (W.) De Bruid van Lammermoor. IIde D. Gron. bij W. van Boekeren. | 303 |
- - Walladmor. Iste en IIde D. Gron. bij W. van Boekeren. | 567 |
- - Het Deven van Napoleon Buonaparte. Iste D. Dordr. bij Blussé en van Braam. | 638 |
- - St. Ronan's-Bron. IIIde D. Haarl. bij de Erven F. Bohn. | 657 |
Senden, (G.H. van) Verdediging van Bijbel en Openbaring, enz. Iste D. Gron. bij W Zuidema. | 613 |
Siegenbeek, (M.) Beknopte Geschiedenis der Nederlandsche Letterkunde. Haarl. bij de Erven F. Bohn. | 404 |
Sismondi, (Simonde de) Wie zijn de Grieken? Arnh. bij C.A. Thieme. | 173 |
Smeekschrift, enz. Amst. bij A.B. Saakes. | 442 |
Soirées (Dixhuit) a ta Campagne. Delft, chez la Veuve Allart. | 661 |
Someren, (R.H. van) Lofdicht op Willem George Frederik. Rott. bij M. Wijt. | 38 |
Stam, (G.) Levensgeschiedenis van Karel Lombard. Sneek, bij F. Holtkamp. | 131 |
[deel 1, pagina 697]
Statistieke Beschrijving van Gelderland. Arnh. bij P. Nijhoff. | 36 |
Sterk, Jr. (A. Elink) Kruseman's Aanteekeningen over Italië. 's Hag. bij S. de Visser. | 502 |
Stratingh, Ez. (S.) Beknopt Overzigt over de Leer der Stochiometrie. Gron. bij J. Oomkens. | 489 |
Stuart, (M.) Romeinsche Geschiedenissen. XX Deeltjes. 's Hag. bij de Gebr. van Cleef, enz. | 294 |
Swaving, (J.G.) Reizen en Lotgevallen. II Deelen. Dordr. bij Blussé en van Braam. | 548 |
T. | |
Thomassen a Thuessink, (E.J.) Overzigt der Ziekte te Groningen. Gron. bij R.J. Schierbeek. | 274 |
Tuckey, (J. H) Verhaal van eene Ontdekkingsreis. IIde D. en Bijvoegsels. Rott bij Arbon en Krap. | 406 |
Typographia, enz. Fran. bij G. IJpma. | 32 |
Tzschirner, (H.G.) Twee Brieven. Arnh. bij C.A. Thieme. | 435 |
- - - Leerrede. Devent. bij A.J. van den Sigtenhorst. | 576 |
U. | |
Uilkens, (J.A.) Almanak, voor 1827. Gron. bij J. Oomkens. | 92 |
V. | |
Verhalen. (Kleine) Amst. bij Schalekamp en van de Grampel. | 220 |
Verwey, (B) De lijdende Verlosser. Delft, bij de Wed. J. Allart. | 228 |
Vinet, (A.) Mémoire en faveur de la Liberté des Cultes. A Paris, chez H. Serrier. | 521 |
Vossii (G.) Rhetorica contracta. Gron. apud J. Römelingh. | 565 |
Vrolik, (W.) Opmerkingen over den Chameleon. Amst. bij P. Meijer Warnars. | 632 |
W. | |
Wegwijzer door Kleef en deszelfs omtrek. Nijm. bij de Wed. J.C. Vieweg en Zoon. | 657 |
Werken der Hollandsche Maatschappij van fraaije Kunsten en Wetenschappen. VIIden D. 1ste en 2de St. Leyd. bij D. du Mortier en Zoon. | 254 |
Wernsdorf, (G.) Ciceronis Orationes. Gron apud J. Römelingh. | 476 |
Westendorp, (N.) Verhandelingen over Oudheidkunde, enz. Delft, bij de Wed. J. Allart. | 175 |
[deel 1, pagina 698]
Westerbaen, (C.W.) Lijkrede over M. Stuart. Amst. bij ten Brink en de Vries. | 187 |
Westreenen de Tiellandt, (Baron de) Récherches sor l'ancien Forum Hadriani. Amst. et la Haye, chez les Frères van Cleef. | 685 |
Wichers, (H.L.) Bloemenkrans. Gron. bij J. Ooemkens. | 420 |
Wigand, (J.H.) De Geboorte van den Mensch. IIIde D. Amst. bij R J. Berntrop. | 232 |
Wildschut, (D.H.) Vragen over de Bijbelsche Geschiedenis. Amst. bij J.A. Meyboom. | 425 |
Willigen, (A. van der) Aanteekeningen op een Togtie door Engeland. Haarl. bij de Wed. A. Loo jes, Pz. | 551 |
Wiselius, (S.I.Z.) De Tooneelfpeelkunst. Amst. bij P. Meijer Warnars. | 77 |
- - - - Toespraak aan jeugdige Dichters. Amst. bij P. Meijer Warnars. | 77 |
- - - - Antikritiek. | 134 |
Woldendorp (A.) Praktische Handleiding voor Onderwijzeressen. Gron. bij J. Oomkens. | 516 |
Wys, J.C. Zoon, (J.) Leerredenen over Gen. I-III. 's Hag. bij S. de Visser. | 186 |
Z. | |
Zelling, (L.J.) Berigt over de Klankmethode. Winsch. bij H.V. Huisingh. | 388 |
Zimmerman, (J. Decker) Gedenkstuk voor de Lutersche Gemeente te Utrecht. Utr. bij J.G. van Terveen. | 270 |
[deel 2, pagina I]
MENGELWERK,
VOOR
1827.
[deel 2, pagina III]
VADERLANDSCHE
LETTEROEFENINGEN,
OF
TIJDSCHRIFT
VAN
KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN,
WAARIN DE
BOEKEN en SCHRIFTEN,
DIE DAGELIJKS IN ONS VADERLAND EN
ELDERS UITKOMEN, OORDEELKUNDIG
TEVENS EN VRIJMOEDIG
VERHANDELD WORDEN.
BENEVENS
MENGELWERK,
tot Fraaije Letteren, Kunsten en Wetenschappen,
betrekkelijk.
TWEEDE STUK.
VOOR
1827.
MENGELWERK.
Te AMSTERDAM, bij
G.S. LEENEMAN van der KROE
en
J.W. IJNTEMA.
1827.
[deel 2, pagina V]
INHOUD
VAN HET
MENGELWERK.
Het Evangelie ten regten tijde verkondigd, en de bedenkingen van het Ongeloof daartegen wederlegd. Door adr. stolker. | Bl. 1 |
De gelukkige tijd. Bezwaren tegen de XVII en XVIIIde Eeuw. Of de oude wijze van het klaaglied der Vijgen-kerk in onze dagen. | 17 |
Bijzonderheden, betreffende het uiteinde van Kapitein cook, en de vereering, hem na zijnen dood op de Sandwich-eilanden toegebragt. | 20 |
Een waar woord voor Souvereinen. | 25 |
Merkwaardige Bijdrage tot de Geschiedenis der Lijfstraffelijke Regtspleging, uit het tijdvak van de Regering der stuarts in Engeland. | 26 |
Verspreide Bijzonderheden, talma betreffende. | 30 |
Letterlijke Vertaling eener Spaansche Publicatie. | 33 |
Spaansche Landbouw. | 34 |
Een onuitgegeven eigenhandige Brief van bonaparte. | 35 |
Iets uit het Onderhoud van Lord ebrington, Pair van Grootbrittanje, met napoleon, op het Eiland Elba. | 37 |
De tegenwoordige Paus en de Fransche Schilder guérin. | 41 |
Persoonsbeschrijving van Sir walter scott. | 42 |
Opmerkelijk schrijven van Sir walter scott. | 42 |
Elegia ad amicum, amici fratris mortem lugentem. | 43 |
Op eene Afbeelding van m. stuart. | 44 |
Epimenides, of de Wording der Dingen. | 45 |
Geval eener Vergiftiging door den Honig van de Wesp Lecheguana. Door auguste de st. hilaire. | 53 |
Daniel johannes snecanus. | 59 |
Eene Zomerreis in Noord-Amerika. I. De Hudson-Rivier. Door g.b. bosch, Predikant bij de vereenigde Protestantsche Gemeente te Curaçao. | 69 |
Eenige Bijzonderheden, betreffende het Levenseinde van mungo park. | 75 |
Twee Brieven van Mr. rhijnvis feith. Medegedeeld door a. elberts, te Deventer. | 77 |
herodias. Door w.h. warnsinck, bz. Dichtstukje. | 80 |
[deel 2, pagina VI]
De Kozak. Een onopgesierd waar Verhaal. | 84 |
Napoleon en zijn Broeder lucien. | 91 |
Twee Leveranciers van Oorlog. | 92 |
De Jezuiten te Parijs, in eenen Brief van eene Dame aan hare Vriendin. | 93 |
Lijkstaatsie en Begrafenis van de Vrijheid der Drukpers te Parijs. | 95 |
De Vrouw naar de Wereld. | 96 |
Voorlezing, over den Roem. Door den Eerw. b. van willes, Predikant te Lekkerkerk en Zuidbroek. | 97 |
Brief uit en over het Oosten. | 115 |
Het Roode Boek. Door den Abt de montgaillard. | 125 |
Het Hof der Tuileriën. | 129 |
Mirakel, nieuwelings in de omstreken van Poitiers gewrocht. | 131 |
Nadere Berigten wegens den onderaardschen Weg onder den Teems. | 132 |
De Onsterfelijkheid. Door e. molema. | 134 |
Boven Laster en Kwaadsprekendheid behoort men zich te verheffen. | 136 |
De Weduwe te Naïn. Doorj. immerzeel, jun. Dichtstukje. | 138 |
Middel, om de Boomen van Wormen, Rupsen en andere Insekten te ontdoen. | 140 |
Iets over het Opium-vertier te Londen. | 140 |
Majoor hook. | 140 |
Een gerafsineerde Fransche Gaauwdief. | 141 |
De oude Winkel. Dichtstukje. | 143 |
Het Lijden en Sterven van jezus christus Gode betamende. I. Door adr. stolker. | 145 |
Joannes vollenhove, in zijn Leven, Karakter en Letterkundige Werkzaamheden, beschouwd. Door j. van der zuil. | 156 |
Eenige Bijzonderheden, rakende den onlangs overledenen Hertog van york. | 176 |
Protestantsche Kerk in Frankrijk. Volgens a.h. niemeijer. | 179 |
Paulus en silas te Philippi. (Handel. XVI:25-34.) Door j. van harderwijk, rz. Dichtstukje. | 183 |
Een Grafschrift, afgeschreven op het Kerkhof der Armeniërs te Konstantinopel. | 186 |
Iets over de Stoomwerktuigen in Engeland. | 187 |
Over het verschrikkelijk Gevaar van het Lezen. Uit een oud, vergeten Boeksken. | 187 |
Herinnering aan den Oude van de Bastille. | 189 |
In de Vriendenrol van den Heer evers, na deszelfs laatste Voorstelling van Seïd, in het Treurspel Mahomel, | 191 |
[deel 2, pagina VII]
Over de Orde; voor Huisvrouwen en Huismoeders. Eene Voorlezing. Door h. van loghem. | 193 |
Joannes vollenhove, in zijn Leven, Karakter en Letterkundige Werkzaamheden, beschouwd. (Vervolg en slot van bl. 176.) | 201 |
Naauwkeurig Verslag wegens Olijven en zekere Zelfstandigheid, op den 24 Augustus 1826 te Pompeji ontdekt. | 217 |
Eenige Bijzonderheden, rakende maria louiza, Exkeizerin van Frankrijk. | 220 |
Oplossing van het Mirakel, nieuwelings in de omstreken van Poitiers gewrocht. | 222 |
Bij het wederzien van Boschwijk, na het afsterven van mijnen Vriend feith. Door w.h. warnsinck, bz. Dichtstukje. | 224 |
Herinneringen uit den Franschen Krijgstogt naar Egypte. | 227 |
Bijzonderheden, rakende het Begraven bij de Chinezen. | 230 |
Aan den Nacht. Door j.w. schuurmans.}Dichtstukjes. | 232 |
Bluscht de vonken voor de vlam; schut de schapen voor den dam. Door van der poort.}Dichtstukjes. | 233 |
Vergankelijkheid. Door j. brester, az.}Dichtstukjes. | 238 |
De Gaauwdief tegen wil en dank. Eene ware Anekdote. | 239 |
Inschrift van het Zwaard van kontoghiannis. | 240 |
Het gewonnen Proces. | 240 |
Het Lijden en Sterven van jezus christus Gode betamende. II. | 241 |
Redevoering, over het Nederlandsch Genootschap tot zedelijke verbetering der Gevangenen. Door Mr. b. wichers, te Winschoten. | 255 |
Eene Zomerreis in Noord-Amerika, II. Albany. | 272 |
Nieuwere Duitsche Wijsbegeerte. | 282 |
Iets, over pestalozzi. | 284 |
Eenige Bijzonderheden, rakende den Zoon van napoleon. Door Kapitein scherer. | 285 |
Brief van den Heer p.r. feith aan den Redacteur der Vaderlandsche Letteroefeningen. | 288 |
Iets, over het Huisselijk Leven van talma. Volgens g.l.p. sievers. | 290 |
Getuigenis van talma wegens onze Taal en onze wattier. | 291 |
Sir walter scott, naar zijne eigene getuigenis, erkend als den Schrijver van Waverley, Rob Roy en andere Romans. | 291 |
Den Doktoor lusardi! | 293 |
De Aardappel-leer van capadose. | 294 |
De vroege Graven. Naar klopstock. Door Prof. b.h. lulofs. | 294 |
[deel 2, pagina VIII]
De Nacht. Door l. van den broek. Dichtstukje. | 295 |
Verhandeling, over de onbekendheid van de Nederlandsche Taal, Letterkunde en Volksgeaardheid, bij den Vreemdeling. Door n.g. van kampen. | 297 |
Over het Bad bij Bentheim. | 317 |
Iets over theophrastus bombastus van hohenheim, gezegd paracelsus. | 322 |
De Rattenval. Een geschiedkundig Verhaal. | 326 |
Napoleon te Leyden, Oct. 1811. Door den Eerw. j. van geuns. | 331 |
Wijk- en Rustplaatsen, te Londen, voor Armen zonder dak. | 333 |
Overwinning zonder Gevaar eene Zegepraal zonder Roem. | 335 |
Iets over scott's Waverley. | 336 |
Strenge Proef. Anekdote. | 337 |
Shakespeare Adjudant. | 337 |
De beleefde Schuldenaar. | 337 |
Het Begraven binnen Steden en Dorpen. Door h. van loghem. | 338 |
Hulde aan de Nagedachtenis van mijnen onvergetelijken Vriend alexander de koning, Leeraar der Hervormde Gemeente te Meppel, overleden op den 16 April 1827. Door j.w. ijntema. | 341 |
Verhandeling, over den Zelfmoord. Door asss. doijer, Leeraar bij de Doopsgezinde Gemeente te Zwolle. | 345 |
Berigt, wegens den, in het jaar 1825, na de aanwending der Moxa, uit Longtering herstelden Lijder. Door z.h. van der feen. Med. Doct. te Amsterdam. | 366 |
Iets, over wattier-ziesenis, en de Hulde, door den Amsterdamschen Schouwburg, aan hare Nagedachtenis, op den 8 Mei 1827. | 372 |
De Rattenval. (Vervolg van bl. 331.) | 377 |
Mijn Bloedverwant. Een Tegeuhanger van mijn' jan de lapper. Door K.}Dichtstukjes. | 385 |
Haarlems Weêrklank van bilderdijk's Afscheid van Leyden.}Dichtstukjes. | 389 |
Het Schaakspel.}Anekdoten. | 391 |
De Stoomboot te Calcutta.}Anekdoten | 392 |
Oorsprong van den Naam tartufe in molière's Huichclaar.}Anekdoten | 392 |
De Berlijnsche Schoenmaker.}Anekdoten | 392 |
De doorluchtige Schoolkameraad.}Anekdoten | 392 |
Brief van den Hooggeleerden Heer w.a. van hengel aan den Weleerwaardigen Heer a. stolker; benevens het Antwoord van laatstgenoemden. | 393 |
[deel 2, pagina IX]
Berigt, wegens den, in het jaar 1825, na de aanwending der Moxa, uit Longtering herstelden Lijder. (Vervolg en slot van bl. 371.) | 406 |
Levensbijzonderheden van Lord cochrane. | 413 |
De Rattenval. (Vervolg en slot van bl. 385.) | 417 |
Iets over Recensiën. Brief van X. aan IJ. | 424 |
Brief van vindex grotianus aan den Redacteur der Vaderlandsche Letteroefeningen. | 429 |
Verschijning van de Schim van samuël aan saul. Dramatisch Fragment. Naar de la martine. Door van starkenborgh stachouwer. | 433 |
Dichtregelen, ter gelegenheid van de laatste Wintervergadering des Antwerpschen Departements Tot Nut van 't Algemeen. Door j.p. korthals. | 438 |
Jacobus de I en de Prediker. | 440 |
Grafschrift der Moeder van den Engelschen Minister canning op haren Echtgenoot. | 440 |
Iets over en uit eene Verzameling van Nieuw-Grieksche Volksliederen, naar fauriel, sheridan en müller. Door j.w. ijntema. | 441 |
Waarneming, wegens eene zeldzame Wormziekte bij een Slavenkindje te Batavia. | 450 |
Tegenwoordige toestand van 's Gravenhage, vergeleken met deszelfs gesteldheid gedurende de Fransche overheersching. Door j. van renesse, te 's Gravenhage. | 453 |
Sir walter scott, de ware Auteur van den Waverley, en der andere naar dezen genoemde Historische Romans, geschetst en beoordeeld. | 461 |
Over het maken van een Uittreksel uit den Bijbel voor den Huisselijken Godsdienst. Door den Eerw. t. slot. | 467 |
Taalkundig Voorstel. | 471 |
Ik bemin u meer dan mijn eigen leven. Een Verhaal uit den ouden tijd. Door w.h. warnsinck, bz. | 473 |
Eenige Bijzonderheden uit eene Reis naar Madrid. | 483 |
Verslag van de openbare Koppelaars-Inrigting des Heeren brunet, te Parijs. | 490 |
Het Schoorsteenvegersfeest. Eene Engelsche Anekdote. | 495 |
De laatste Griek. Naar w. müller. Door j.w. ijntema. Dichtstukje. (I.) | 496 |
Bonmot van een' Parijzenaar. | 496 |
Iets over Geschiedenis. Eene voorgelezene Bijdrage van b. van willes. | 497 |
Iets over en uit eene Verzameling van Nieuw-Grieksche Volksliederen, naar fauriel, sheridan en müller. (Vervolg van bl. 450.) | 506 |
[deel 2, pagina X]
Iets over de Braking (Vomitus.) Door g.a. baum, Officier van Gezondheid te Bergen-op-zoom. | 514 |
Tegenwoordige toestand van 's Gravenhage, vergeleken met deszelfs gesteldheid gedurende de Fransche overheersching. (Vervolg en slot van bl. 461.) | 515 |
Aanmerkingen op het Geschrift van den Eerwaardigen slot, geplaatst in het vorige Stuk. | 525 |
Eene Zomerreis in Noord-Amerika. III. Het nieuwe Kanaal tusschen de Hudson-Rivier en het Meer Erie. | 530 |
Eenige Opmerkingen, tot de Natuurlijke Historie betrekkelijk. | 537 |
De Val van Missolonghi. | 538 |
Goedkoop der Levensmiddelen in de Landsteden van Noord-Amerika. | 539 |
Heusche Teregtwijzing. Door a.j. muinen. | 540 |
Vooroordeelen. | 541 |
Zeldzame Echtelijke Teederheid. | 543 |
Belagchelijke, doch tevens beklagelijke Onwetendheid. | 543 |
De gevaarlijke Herberg. Eene ware Anekdote. | 544 |
De blanke Fetisch. | 545 |
Liberalismus en Obscurantismus. | 546 |
De Koningen en de Koning. Naar w. müller. Door j.w. ijntema. Dichtstukje. (II.) | 546 |
De Poedel. Door van starkenborgh stachouwer. Dichtstukje. | 547 |
Recept tegen de Minnekoorts. | 548 |
Vrouwelijke IJdelheid. Puntdicht. | 548 |
Vergelijking van epaminondas en de ruiter. Door den Schrijver der Vergelijking van hannibal en marlborough. | 549 |
Iets over en uit eene Verzameling van Nieuw-Grieksche Volksliederen, naar fauriel, sheridan en müller. (Vervolg en slot van bl. 513.) | 562 |
Eenige Bijzonderheden nopens het verblijf van den vermaarden karel linné in Holland. | 570 |
Zijdecultuur in Pruissen. | 580 |
Veruitgestrekte Voortplanting van het Geluid. | 581 |
Geleerde Razernij. No. I. Geneeswijze van den Graaf von bucquoy. | 581 |
Ik bemin u meer dan mijn eigen leven. (Vervolg van bl. 482.) | 583 |
Blijft in uw Land! | 589 |
Uittreksel uit het Woordenboek der Jezuiten. | 590 |
Nieuw-Griekenland aan de Vrienden van Oud-Grieken- |
[deel 2, pagina XI]
land. Naar w. müller. Door j.w. ijntema. Dichtstukje. (III.) | 591 |
De Broedermoorder. Eene ware Gebeurtenis. | 592 |
Anekdote, rakende talma. | 594 |
De snedige Parijsche Kwakzalver. | 594 |
Amsterdamsche Kermis. | 596 |
Hollands Schilderroem, beschouwd als een krachtig middel ter aankweeking en beoefening der Kunst. Redevoering. Door j. van harderwijk, rzn. te Rotterdam. | 597 |
Over de Vrijheid van den Menschelijken Wil. Door n. swart. | 613 |
Mijne Geneeskundige Lotgevallen. Door j.w.e. de man, Stads Geneesheer te Sneek. | 617 |
Eene Zomerreis in Noord-Amerika. IV. Buffalo, aan het Meer Erie. | 621 |
Iets over het beruchte Adres aan alle mijne Hervormde Geloofsgenooten. | 628 |
Ik bemin u meer dan mijn eigen leven. (Vervolg en slot van bl. 588.) | 633 |
Lord byron's laatste Minnarij. | 640 |
Voltaire en de kleine Savojaard. | 643 |
De Hoop van Griekenland. Naar w. müller. Door j.w. ijntema. Dichtstukje. (IV.) | 644 |
Het Lijden en Sterven van jezus christus Gode betamende. III. | 645 |
Geleerde Razernij. No. II. Gemeneën (Aard-maanlingen.) | 652 |
Iets uit oude Handschriften. Door g. van leeuwen, Substituut-Ofsicier van Justitie bij de Regtbank te Alkmaar. | 655 |
De Tuinen van Tsarskoë-Selo. Door ancelot. | 659 |
Eene Zomerreis in Noord-Amerika. V. De Waterval in de Niagara. | 663 |
Iets over de algemeen aangenomen Nederduitsche Spelling. Door Mr. c.m. van der kemp, Advocaat te 's Gravenhage. | 669 |
Iets over de Vinken. Door eenen Liefhebber. | 679 |
Elegie. Naar de la martine. Door van starkenborgh stachouwer. | 687 |
Paulus te Melite. Door w. kraan. Dichtstukje. | 689 |
De Ruïnen van Athene aan Engeland. Naar w. müller. Door j.w. ijntema. Dichtstukje. (V.) | 691 |
Eene Familie-aanteekening. Door p.r. feith. | 692 |
Noodige Bijlage tot het Iets over het beruchte Adres aan alle mijne Hervormde Gel oofsgenooten. | 693 |
[deel 2, pagina XII]
Anekdote van a.h. franke, den Stichter van het Weeshuis te Halle. | 694 |
Het Wetboek van Minos. | 695 |
Het geheimzinnig Geschrift. Eene echte Anekdote. | 695 |
Over het Begraven buiten Amsterdam; benevens Iets over den Schijndood. | 697 |
De Balsemingen der Ouden uit een nieuw gezigtpunt beschouwd. Door pariset. | 709 |
Nieuwste Bijzonderheden uit en wegens Calcutta en de omstreken; benevens Iets over St. Helena. | 715 |
Iets over de algemeen aangenomen Nederduitsche Spelling. (Vervolg van bl. 679.) | 723 |
Iets, betrekkelijk de door peter francis peters, te Nijmegen, wedergevondene kunst van Glasschilderen. Door w.h. warnsinck, bz. | 732 |
Zóó vereert men in Duitschland de Geleerden | 736 |
Globale Opgaven, rakende de Tentoonstelling der Voortbrengselen van Volksvlijt te Parijs in 1827. | 738 |
Wij kennen Hem! | 739 |
Indiaansche Welsprekendheid. Door j.f. hollermann, te Philadelphia. | 740 |
Feth ali, Schah van Perzië, en zijne Zonen. | 742 |
Kunst, om Gedichten met den Dobbelsteen te werpen. | 743 |
Afscheid der Pargiooten van de Engelschen. Naar w. müller. Door j.w. ijntema. Dichtstukje. (VI.) | 744 |
Turksche Zeden. Eene Zamenspraak tusschen een' Derwisch, een' Imam en mustapha. | 745 |
Iets over de algemeen aangenomen Nederduitsche Spelling. (Vervolg en slot van bl. 732.) | 753 |
Nieuwste Bijzonderheden uit en wegens Calcutta en de omstreken; benevens Iets over St. Helena. (Vervolg en slot van bl. 723.) | 767 |
Iets over de Muzijk van j.g. bertelman, ter gelegenheid der viering van het halve Eeuwfeest van Felix Meritis. | 776 |
Merkel's wederwoord op pariset's bewering wegens den oorsprong van het balsemen der Lijken bij de oude Egyptenaren. | 779 |
De Phanarioot. Naar w. müller. Door j.w. ijntema. Dichtstukje. (VII.) | 781 |
Het Nieuwjaar-wenschen door de Prentömbrengers te Amsterdam. Door j.w. ijntema. Dichtstukje. | 781 |
[deel 2, pagina 785]
VADERLANDSCHE
LETTEROEFENINGEN,
voor
1827.
I.
VADERLANDSCHE
LETTEROEFENINGEN,
voor
1827.
II.
VADERLANDSCHE
LETTEROEFENINGEN,
voor
1827.
I.
VADERLANDSCHE
LETTEROEFENINGEN,
voor
1827.
II.
VADERLANDSCHE
LETTEROEFENINGEN,
voor
1827.
I.
VADERLANDSCHE
LETTEROEFENINGEN,
voor
1827.
II.