| |
| |
| |
De rattenval.
Een Geschiedkundig Verhaal.
Veertien Kardinalen zijn uit het geslacht van eibo voortgesproten, de meeste van welke in de geschiedenis van Italië niet zonder vermaardheid zijn gebleven; maar een der hooghartigsten en moedigsten van dezen naam was claudio sansovino eibo, de schrik der bandeloosheid en des oproers, die, onder Paus innocentius XI, als Legaat, in de stad Ravenna het Stadhouderschap bekleedde.
Deze koene priester vond, bij zijne komst te dier stede, werwaarts men juist hem had gezonden, omdat men zijnen stoutmoedigen en beslissenden geest kende, het land in eenen toestand van verwarring, dien maar weinige magthebbers den moed gehad hadden te bestrijden, en geen hunner de kracht had bezeten, om te doen eindigen. Het heilloosste van alle middelen, van welke men zich weleer bediende, om de geldmiddelen te herstellen, vermindering der geldswaarde, was hier, met blinde hardnekkigheid, zoo lang aangewend, tot dat de handel van Romagna, zelfs de binnenlandsche, geheel in verval was geraakt. De wezenlijke waarde der gangbare muntspeciën was niet alleen zeer diep beneden de nominale waarde gedaald, maar tevens zoo geheel onzeker, dat het een gewone kunstgreep der fortuinzoekers was, in de herbergen, tot betaling van hun gelag, goud op de toonbank te werpen; want, wanneer de vertering slechts eene kleine som in zilver bedroeg, vond de waard het dikwijls meer zaak, zich het verlies derzelve te getroosten, dan het grooter gevaar te loopen van het wisselen. Bijaldien de koopman verpligt was krediet te verleenen, dursde hij den schuldenaar, die betaling weigerde, niet hard manen; want maar al te dikwijls werden dusdanige rekeningen met eenen dolksteek voldaan, en de straffeloosheid had den sluikmoord zoo goedkoop gemaakt, dat de afgerigte bandieten gewoon waren zich te beklagen, dat er met hun handwerk bijkans niets meer te verdienen viel. De bescherming der wetten in te roepen, was te eenemaal nutteloos geworden. Elke misdadiger was zeker van te ontkomen, óf omdat, van wege het daarmede verbonden gevaar, niemand het waagde, geregtelijk tegen hem op te treden, óf, nog veel meer, omdat hij de openlijke, geenszins heimelijke bescherming der aanzienlijken en grooten genoot. Naardien
| |
| |
nu de arm der Overheid blijkbaar te zwak bevonden werd, om veiligheid te verleenen, hield elk het voor geoorloofd, ja regt en billijk, zichzelven te beschermen. Van wederstand tegen beleedigingen was slechts ééne schrede tot het wreken derzelven, en dit maakte den wreker, op zijne beurt, tot misdadiger. In 't kort: oproer, roof en bloedvergieten traden, op klaren dag, te Ravenna ten voorschijn, en een ontelbaar aantal menschen verloor het leven, evenzeer ten gevolge van het dulden des wanbedrijfs, als van een' te spaden en onmagtigen tegenstand.
Maar, toen Kardinaal sansovino tot Legaat werd benoemd, aanvaardde hij zijn ambt met het vast besluit, dat deszelfs handhaving, zoo zij de nadeelen eener willekeurige heerschappij al niet konde ontwijken, voor 't minst tevens de voordeelen derzelve middagklaar zou doen zien. Voortaan, dit nam hij stellig voor, wat ook daarvan het gevolg mogt zijn, zou de tot dusverre zoo vaak bijgebragte verontschuldiging wegens gepleegde gewelddadigheden wegvallen, dat de schuldige en onschuldige in gelijke noodzakelijkheid zich bevonden, om dezelve te plegen. Hij kwam met eene lijfwacht, klein in getale, doch niet enkel zamengesteld uit omtrent half Italië, maar uit de halve wereld uitgelezen. Franschen, Duitschers, Zwitsers, Polen, Hongaren, ja zelfs Turken, zoo zij slechts moed bezaten en hunnen man stonden, vonden in dit korps gereede opname, en eene soldij, zoo als zij nergens elders konden erlangen. In het vaste vertrouwen alzoo op zijne soldaten, deed de Legaat, reeds den eersten dag na het aanvaard bevel, alle beambten van Ravenna voor zich komen, hun verzekerende, dat hij, bij elke omstandigheid, waarin hun ambtshalve eenig gevaar mogt dreigen, hen met de gansche magt zijns bewinds, zelfs met gevaar zijns eigenen levens, zou ondersteunen; maar hun tevens, op zijn woord van eer, verklarende, dat zij zelve bij hem verantwoordelijk zijn zouden, bijaldien binnen hun regtsgebied gewelddadigheden gepleegd, en de daders niet terstond te zijner beschikking gesteld werden.
Bedreigingen van dusdanigen aard worden meestal beschouwd als eene van ouds gebruikelijke formaliteit, op welke niemand bijzondere acht slaat. Elke nieuwe Legaat, sedert twintig jaren, was daarmede begonnen, en had geëindigd met de zaken te laten zoo als zijne voorgangers die gelaten hadden. Reeds na verloop van drie dagen waagde dan ook, in spijt
| |
| |
van deze krachtige rede, paul carlo altieri, op lichtklaren dag, op de Corso eenen beambte te doorsteken, die hem, om schuld, met gevangenis had bedreigd; en, nadat hij deze daad, met voorbedachten rade, ten aanschouwen van eenige honderd menschen, had volbragt, begaf hij zich naar het vaderlijk paleis, zonder het zelfs noodig te achten, tot eene gewijde plaats zijne toevlugt te nemen.
Maar, tot straf zijner euveldaden, had altieri ditmaal zich geweldig misrekend. Elke wisseling van regeringstelsel moet zijne proef, dat is zijn offer hebben. Dadelijk werd hij gevat, verhoord, en, toen van de honderden Ravenners, die de daad aanschouwd hadden, niemand als getuige wilde of durfde optreden, werd door drie vreemdelingen, waarschijnlijk des Kardinaals eigene spionnen, de moord bewezen. Dit gansche bedrijf was zoo voorbeeldeloos, dat men daarin alleen de bedoeling meende te ontwaren, vrees aan te jagen. En, toen reeds het ‘schuldig’ was uitgesproken, konden noch de misdadiger, noch zijne vrienden het als mogelijk houden, dat de straf der wet aan hem zou voltrokken worden. Na de bekrachtiging van het vonnis, door het Geregtshof uitgesproken, kwam de familie van altieri daartegen op, minder evenwel verzoekender-, dan wel, onbewimpeld en hooghartig, dreigenderwijze. En, hoewel zij, toen het gevaar dringender werd, zich ten laatste tot smeeken vernederde, was het echter maar al te klaar, dat het meerderdeel uit de hoogere standen te Ravenna de nieuwe orde van zaken even onbegrijpelijk als beleedigend achtte.
Dan, de genen, die in dit begrip stonden, zouden weldra leeren, met wien zij te doen hadden. Gematigd bij alle terging, geduldig bij steeds herhaalde beden, maar zonder in het geringste zich daardoor te laten omzetten, was verzoening met God en eene eerlijke begrafenis alles, wat men van hem kon verwerven. ‘De langdurige straffeloosheid,’ welke men ter ontschuldiging bijbragt, als de aanleiding tot dergelijke vergrijpen, maakte juist, gelijk de Kardinaal aanmerkte, het stellen van een voorbeeld des te noodzakelijker, daar die straffeloosheid thans een einde stond te nemen. ‘De rang des misdadigers’ - deze zou aan allen doen blijken, dat het vonnis onpartijdig was, en daardoor des te sterker en heilzamer werking doen. Altijd minzaam, maar tevens onverbiddelijk, sprak hij niet van geweld, maar had des te vaster besloten, hetzelve te gebruiken; en, terwijl schier allen, die
| |
| |
te Ravenna aanzien en invloed hadden, zich voor altieri in de bres-stelden, bragt zelfs de wijze, op welke sansovino hunne vertoogen aanhoorde, de overtuiging met zich, dat hier niets te hopen viel. Hij betoogde de noodzakelijkheid der straf, terwijl hij zijn leedwezen betuigde. ‘Carlo altieri,’ dit was altijd het besluit, ‘moet sterven.’ Een smeekschrift werd door een' koerier naar den Paus afgevaardigd; maar, de dag der teregtstelling verscheen, en, twee uren vóór dat het antwoord konde aankomen, werd carlo gehangen!
Dit voorbeeld van gestrengheid wekte, gelijk wel te verwachten was, in den aanvang groote verbittering; maar de Stadhouder stelde het gevaar nieuwe verordeningen tegen, en, wat van nog meer gewigts was, hij handhaafde dezelve, zonder aanzien des persoons, tegen alle standen. Twee aanslagen op zijn leven werden ontdekt, en in beide de zaamgezworenen tot den laatsten man toe te regt gesteld. Omtrent den laatsten der gezegde aanslagen had de Legaat kondschap verkregen, dat dezelve in de Opera stond te gebeuren. Hij begaf zich naar de plaats zelve, waar het verraad op hem loerde; de bom brak los, en de gehuurde moordenaars werden verplet. Onmiddellijk daarna hernam hij zijne plaats, en gaf, met de grootste koelbloedigheid, het gewone teeken om te beginnen. Eenigen, den naam van Patriotten schandelijk misbruikende, zochten vervolgens hunne eer daarin, zijne magt openlijk te trotseren; maar, bij den eersten beslissenden stap, was het met eer en leven zoo spoedig gedaan, dat allen de lust verging, dit voorbeeld na te volgen. Het voorregt der heilige vrijplaatsen moest men ontzien; maar de waakzame Kardinaal vond echter middel, om hetzelve te eenemaal krachteloos te maken: afzonderlijke hoopen krijgsvolk bleven bestendig in den omtrek der kerken, met dit rampzalig voorregt begiftigd, en hielden, onder dit of dat of ook wel zonder eenig voorgeven, ieder staande, die met verhaaste schreden, met den dolk in de hand, of met door bloed bevlekte kleederen, de vrijplaatsen naderde.
Intusschen herstelde de Kardinaal, met aanzienlijke opoffering van eigen vermogen, eenigermate de waarde des omloopenden gelds. Men zag, dat Paus innocentius, zoo vaak eenig beroep op hem geschiedde, zijne tusschenkomst in het bestuur zijns Stadhouders vastelijk weigerde; en het handeldrijvend gedeelte des volks van Ravenna, (eene klasse, des oproers en der wanorde steeds vijandig) toen het zag, dat er
| |
| |
eindelijk eene magt in den staat bestond, die hen konde beschermen, greep moed, en sloot zich met blijdschap weder aan dezelve. Bij een' woesten opstand, dien men wil, dat de Kardinaal zelf had bevorderd, en die in allen gevalle hem gelegenheid verschafte, op ééns een' beslissenden slag te slaan, bragt het volk alleen, dat moedig vechtende door de straten van Ravenna trok, de Aristocratische partij tot staan, ja behaalde, bijkans zonder medewerking van des Legaten krijgsvolk, de overwinning. De wraak, die volgde, was bloedig. Want verbanning stond niet op de straflijst des Kardinaals. De dood, maar een dood zonder marteling, was zijne grondstelling. ‘Ik wil mijne vijanden,’ zeide hij, ‘niet verwijderen naar eene plaats, waar ik hen met mijne magt niet bereiken, met mijn oog niet kan waarnemen, waar zij slechts nieuwe ontwerpen tegen mij zouden smeden.’ Eenigen, doch weinig in getale, der oproermakers verwierven vergiffenis; maar op geenes anderen voorbede, dan die der burgers, die hen bevochten en overwonnen hadden. Van lieverlede begonnen de nog overige rustverstoorders in te zien, dat de nieuwe Stadhouder hunne nekken buigen kon en gewisselijk buigen zou, en na deze ontdekking werden zij, immers als een vereenigd geheel, den strijd weldra moede. Zij haatten, wel is waar, hunnen nieuwen meester, maar zij vreesden hem; en hunne liefde was een geluk, dat hij gemakkelijk konde ontberen. Het voorname, waar het hem bij deze lieden om te doen was, bestond daarin, dat zij zijne bevelen onvoorwaardelijk gehoorzaamden, of hunne ongehoorzaamheid met den dood boeteden. Zij gehoorzaamden, en de teregtstellingen verminderden trapswijze.
Gedurende dezen kamp met de buitensporigheden der bewoners van Ravenna had de Kardinaal de rotten van roovers en bandieten, die binnen de stad hunnen boozen handel oefenden, als een kleiner kwaad, door de vingeren gezien; maar nu kwam de beurt aan hen. Hardnekkig en wanhopig was hun wederstand; want bij hen, wien de wisseling van regeringsvorm in zichzelve onverschillig was, was het een strijd op leven en dood. De galeijen, de galgen en het rad dunden hunne scharen. Onder de nieuwe Policie konden zij niet meer, gelijk zij gewoon waren, op klaarlichten dag in de straten hun handwerk drijven, en zelfs hunne geheime schuilhoeken werden weldra, bij nacht en ontijde, ontdekt, overrompeld, en voor altijd onbruikbaar gemaakt tot het schandelijk doel. Dan,
| |
| |
ofschoon uit de hoofdstad verjaagd, bleven nog altijd, in weerwil van al het krachtvol pogen, sterke benden zich in de voorsteden en nabijgelegene dorpen ophouden, en de wegen, inzonderheid voor den koophandel, hoogst onveilig maken. Tegen eene dezer laatstgenoemde rooverbenden nu, aan welker spits de beruchte ludovico pezzali stond, bragt de Kardinaal sansovino het ontwerp ten uitvoer, dat nog heden in de volksliederen van Middel-Italië zoo vaak wordt bezongen; een avontuur van zoo buitengewonen en romantischen aard, als alleen van eenen man van zijn ondernemend en ridderlijk gemoedsbestaan, en in zijnen tijd, konde verwacht worden.
(Het verhaal hiervan in het eerstvolgend No) |
|