Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1827
(1827)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijEenige bijzonderheden, rakende den onlangs overledenen Hertog van York.Een jaar oud zijnde, werd de Hertog van york verkozen tot Bisschop van Osnabrug, en kort daarna tot Kolonel benoemd. In lateren tijd bezocht hij Duitschland, om de landtaal, alsmede de Pruissische krijgstaktiek te leeren, toen zoo vermaard. De tijdsomstandigheden stelden hem weldra in de gelegenheid, om deze lessen in praktijk te brengen. De Militaire Bisschop werd, bij het begin van den Omwentelingsoorlog, benoemd tot Kommandant van het Engelsch-Hanoveraansche leger, belast met het beleg van Duinkerken. Hij was daarin niet gelukkig; maar werd geslagen, bij Hontscote, door houchard, en vervolgd, tot aan zijne schepen, door pichegru. In dezen veldtogt deed de Hertog alleen persoonlijke dapperheid blijken. Sir james murray, het Hoofd van den Staf, noémde, in zijn verslag, den terugtogt des Hertogs van york ‘eene veranderde stelling.’ Weinig tijds daarna liet houchard zijn hoofd op het schavot, en de overwonnen Prins werd benoemd tot Opperveldheer der Legers van Groot-Brittanje. In Engeland beslist een Opperveldheer, in het laatste tessort, over alwat betrekking heeft tot het personeel en materieel des legers, en de Minister van Oorlog is niets anders dan zijn eerste Klerk. Het beleid der Engelsch-Russische expeditie, op de Helder gerigt, werd wederom den Hertoge toevertrouwd; en hij had | |
[pagina 177]
| |
het ongeluk, andermaal te moeten zwichten, en wel voor den Generaal brune. Eene dubbelzinnige Capitulatie kreeg den naam van Overeenkomst; en van toen af hield de Prins op, een werkzaam deel te nemen aan krijgskundige ontwerpen. Bij zijne terugkomst in Engeland wijdde hij zich geheel toe aan administrativen arbeid; welke loopbaan hem beter vlijde. Het leger bevond zich, sinds lang, in de jammerlijkste wanorde. Onder de soldaten had niet de minste krijgstucht plaats; men verleende Ofsiciersaanstellingen aan zuigelingen, zoodat niets gemeenzamer was, dan baardelooze Kolonels, die de Regementen uitzogen, ten behoeve veelmeer van hunne persoonlijke belangen, dan van die des algemeenen welzijns. Genoeg is het, ten bewijze van den staat van vernedering, waarin zich het krijgswezen bevond, te zeggen, dat ter dood veroordeelde misdadigers genade verwierven, onder voorwaarde van als soldaat te dienen.Ga naar voetnoot(*) De Hertog deed zijn best, om een gedeelte dezer misbruiken te hervormen; en men moet erkennen, dat hij een even voortreffelijk Administrateur als slecht Generaal was. Maar zijne glansrijke loopbaan werd weldra beneveld door een dier veel geruchts makende ergerlijke voorvallen, van welke de jongste geschiedenis van Engeland maar al te vele voorbeelden oplevert. Van jongs af had de Hertog van york getoond, het spel met geestdrist aan te kleven, en in het maken van goede sier zoo wel, als het verwisselen van Matressen, groot behagen te vinden. Hij werd verliefd op mary clarke, eene der schoonste vrouwen van Engeland, maar tevens eene der geslepenste. Gedurende eenigen tijd liep er een gerucht ten nadeele des Hertogs; men wilde weten, dat hij, door tusschenkomst zijner Matres, aanstellingen verhandelde, die te zijner begeving stonden. In 1809 deed Kolonel wardle, Lid van de Kamer der | |
[pagina 178]
| |
Gemeenten, eene Motie, dat er een Parlementair onderzoek zou geschieden naar het gedrag zijner Koninklijke Hoogheid. De Ministers verzetteden er zich niet tegen; en de Heer canning, met eene rondheid, hem bijzonder eigen, zeide: ‘Dat Eerloosheid hechte op de beschuldigers of op den beschuldigde!’ welke uitdrukking de Hertog nooit vergat. Een groot aantal getuigen werden voor de balie geroepen. De voornaamste, Mevrouw clarke, poogde zich te wreken van haren gewezen Minnaar, ten gevalle van Kolonel wardle, die haar schitterende belosten had gedaan. Het onderzoek duurde bijkans drie maanden, en liet aan het einde het Publiek in twijfel omtrent des Hertogs onschuld. Hij zwichtte voor den storm, en verzocht den Koning om zijn ontslag als Opperbevelhebber. Aldus eindigde deze belangrijke nationale gebeurtenis, de triomf van een Vertegenwoordigend Gouvernement. Gedurende eenigen tijd leidde nu de Hertog een ambteloos leven, en gaf zich over aan verderfelijke verstrooijingen. In éénen avond verspeelde hij zijn kasteel van Oatland. Meer dan eens namen zijne schuldeischers zijne meubelen in beslag. Weinige maanden vóór zijnen dood bemagtigde men zijne paarden op de harddraverijen van Newmarket, hetwelk ook den Prinse van Wales eenmaal is bejegend. Na het voorgevallene zou men meenen, dat het Opperbevelhebberschap den Hertoge wel voor altijd zou ontstaan. Maar men bekreunde zich niet aan het algemeen gevoelen, en de staf van bevel werd hem van nieuws toevertrouwd. Het was inderdaad een financiéle steun, dien hij volstrekt niet konde ontberen. Het overige van zijn leven biedt voorts niet zeer veel bijzonder opmerkelijks. Hij rangschikte zich onder de vervolgers der Koningin van Engeland, en betoonde zich een verklaard vijand van de Emancipatie der Iersche Katholieken. Op zijn sterfbedde verzocht de Hertog van york den Koning, om zijne schulden te betalen; maar, daar dezelve zeer aanzienlijk zijn, zal men waarschijnlijk, tot dat einde, de toevlugt nemen tot het Parlement. De belastingschuldigen zullen alsdan alleen voor 's Prinsen verspillingen moeten boeten.Ga naar voetnoot(*) Hij overleed aan borstwaterzucht, in den ouderdom | |
[pagina 179]
| |
van 64 jaren, betreurd door het leger, aan welks belangen hij verkleefd was, en door de vrienden, welke hij zich door zijne minzame manieren had verworven. Men heeft hem eene schoone lofspraak gewijd, door van hem te getuigen, dat hij nooit eenen vriend vergeten, of zijn eens gegeven woord verbroken heeft. De Hertog van clarence, thans door den dood zijns Broeders, de vermoedelijke Troonopvolger, is hoofdzakelijk bekend als een Admiraal, die nimmer eenen slag heeft geleverd, en door de vele kinderen, welke hij gehad heeft bij Mistress jordan, eene Actrice, vermaard wegens hare bevalligheden en talenten. |
|