Aan den Heer defaucompret.
Mijn Heer!
Uw brief, waarmede ge mij hebt vereerd, berust op de ongegronde vooronderstelling, dat ik de Schrijver van Waverley en der overige Verhalen en Romans ben, welke gij in het Fransch hebt overgezet. Naardien zulks echter een misverstand aanduidt, hetgeen helaas maar al te algemeen is verspreid, en ik op geenerlei wijze deel aan iets hoegenaamd mag nemen, wat andere Schrijvers persoonlijk raakt, zoo acht ik mij ook niet geregtigd, de zeer vleijende pligtpleging aan te nemen, welke gij voor hen hebt bestemd. Ik ben
Uw zeer gehoorzame Dienaar
walter scott.
Edinburg,
16 April 1826.