Persoonsbeschrijving van Sir Walter Scott.
Volgens de portretten, van Sir walter scott uitgaande, vertoont hij zich aan ons, als een welgevormd, zwaarlijvig man, met een vol en vrolijk aangezigt. Niets van dit alles! Verbeeld u, integendeel, een groot, mager en dor man, met mismaakte beenen, klein hoofd, ter naauwernood met eenig voormaals blond en thans reeds vergrijsd haar gedekt; met de volkomenste uitdrukking van zachtheid en goedhartigheid, in weerwil van eenige sporen van lijden; een uiterlijk, eenigzins verwaarloosd, en bevalligheid dervende; voorts geheel de houding van een Fransch plattelands-Pastoor, of ook van een' goeden Schotschen Predikant. Hij vermaakt zich en geniet alles als een kind; eene beuzeling doet hem of lagchen, dat hem de oogen overloopen, óf treft hem tot schreijens toe, en op zijn gelaat, in zijne oogen schilderen zich alle deze indrukken met onbedeukelijke levendigheid. Vanhier, dat men terstond in hem den man ontwaart, dien zijne Romans doen mijmeren, en die rondom Abbotsford zwerft, pratende met elk, dien hij ontmoet, belangstellende in de spelen van een kind, in de vertellingen van oude vrouwen, beschouwende uren lang eene bloem, een' boom; of wel, aan tafel gezeten, zijne dochter de eene of andere Schotsche ballade doende zingen, zich allengskens opwindende, en eindelijk zelf, in eene soort van geestverbijstering, de slotregels (het refrein) medezingende.