De tegenwoordige paus en de Fransche schilder Guérin.
De gezondheid vad den Heer pierre guérin, Directeur der Fransche Schilderschool te Rome, verwekte, eenigen tijd geleden, groote bezorgdheid. Ook de H. Vader nam het levendigst deel in zijnen toestand, en zond dagelijks naar de Villa Borghesa een' dienaar van zijn Huis, om naar hem te vernemen. Doch de vereerende blijken van 's Pausen belangstelling bepaalden zich daarbij geenszins. Immers, toen de Geneesheer verklaarde, dat de patiënt in dringend levensgevaar verkeerde, behaagde het hem te bevelen, dat den Heere guérin het laatste Oliesel der Kardidalen wierd toegediend. Diensvolgens trok al de Geestelijkheid in processie van St. Pieter naar de woning des zieltogenden. Geheel Rome werd, met klokkengelui, opgeroepen, om het godsdienstig tooneel bij te wonen, hetwelk den Franschen kunstenaar, in zijne laatste oogenblikken, tot den rang van de Vorsten der Kerke stond te verheffen. De plegtigheid werd dan ook met de gewone praal volvoerd. De Prelaten, de Geestelijken der verschillende Broederschappen, alle vrome pelgrims, de Pauselijke soldaten, de burgers der zeven heuvelen, allen vergezelden dezelve. De Heer guérin, uiterst gevoelig voor dit blijk van ongemeene onderscheiding, herstelde; de Paus deed hem deswege gelukwenschen, en reeds maakte hij zich gereed, om denzelven te gaan bedanken, toen hem, van wege de Kanselarij van leo den XII, eene onkostrekening werd ter hand gesteld van de Ceremonie van het laatste Oliesel. De artikelen van het factuur doorloopende, vond hij zoo veel aan was, zoo veel voor de Monsignori, zoo veel voor een aantal andere kleine onkosten; zoodat de eer, van als een Kardinaal behandeld te zijn,