tegenwoordige, hetwelk van het zoo straks genoemde een tegenhanger wezen moet, hebben wij minder bezwaar. Mevrouw de maintenon toch is van eene gansch andere godsdienstigheid, betere grondbeginselen, en zuivere zeden. Hare liefde voor den Koning was inmiddels even onbegrensd, en zij kweekte die liefde evenzeer bij zich aan; zij hield den Koning altijd op eenen eerbiedigen afstand, en schonk hem hare gunsten niet, vóór dat zijn huwelijk met de Koningin, die zij eerde, en voor welke zij den Koning aanhoudend trachtte te winnen, door den dood was ontbonden; en toen deed zij het nog niet, vóór dat haar geweten, door een geheim huwelijk, was gerustgesteld; terwijl zij hare openbare verheffing tot den troon, die hij haar dringend en bij herhaling aanbood, standvastig afwees, uit vrees voor zijne eer en die van den troon. Het was haar altijd alleen om de eer en de liefde van den Monarch te doen, dien zij toch, als 't ware, als haar' afgod aanbad, en op wien zij haren invloed nooit ten voordeele van haarzelve, maar wel ten voordeele van anderen, zoo wel hare persoonlijke vijanden als vrienden, gebruikte, als ook om den Koning van verkeerde stappen terug te houden. Zij stichtte dan ook veel goeds, en hare weldadigheid was verstandig en onbegrensd. Zij was, in den Roomschgezinden geest, waarlijk godvruchtig, ja eene Heilige. Zoo wordt zij ons althans hier geteekend, en wij zouden dan ook ongaarne der nagedachtenisse van zulk eene waardige Dame eenig onregt doen. En evenwel kunnen wij bezwaarlijk eene zoodanige gevestigde liefde, die zij toch had, en voedsel gaf, ook bij het leven der Koningin, goedkeuren; zij speelde een gevaarlijk spel, hetwelk wij moeijelijk kunnen overeenbrengen met zoo gemoedelijke godsvrucht. Zij was met den Koning bekend geraakt als Gouvernante zijner kinderen, die hij verwekt had bij zijne nietswaardige Maitresse, Mevrouw de montespan, die hem, jaren
aaneen, wist te boeijen. Zij was toen reeds meer dan dertig jaren, en ruim veertig toen de Koning haar huwde. Zij was, dertig jaren lang, zijne, hoewel niet openlijk erkende, echtgenoote, en wederzijdsche liefde en achting bleef bestendig tot zijnen dood toe. Zij overleefde den Koning nog ettelijke jaren, en stierf, door Frankrijk geëerd en gezegend, in eenen hoogen ouderdom. - Wij willen echter zeggen, wat ons nog, boven hetgene, waarop wij hier boven reeds wenkten, mishaagt. Wij zien weinig zedelijke bedoeling bij de uitgave, en vooral bij de vertaling,