Afscheid van de Christelijke Hervormde Gemeente te Amsterdam, op Zondag 16 Sept. 1827 gehouden, door W.A. van Hengel, als Prediker aan de Doorluchtige School aldaar. Te Amsterdam, bij J. van der Hey en Zoon. 1827. In gr. 8vo. 40 Bl. f :-45.
Zeker zal dit Afscheid der Hervormde Gemeente van Amsterdam een welkom geschenk en aandenken zijn. Hetzelve verdient zulks ook, niet slechts om de waarde, op welke de geleerde man en beminde spreker door de meesten geschat wordt, maar ook om menige schoone plaats en hartelijke toespraak, in de leerrede gevonden. De inleiding, 't is waar, bevredigde ons gevoel niet te eenemaal; het is of de Professor vertrekken moest, of zijn vertrek eene ramp ware, tot het verlies des levens eenigzins naderende; doch misschien bragt 's mans stemming op dien oogenblik dit mede, of plaatste hij zich nog meer in die der toehoorders. De behandeling van den tekst zouden wij nieuw, belangrijk en in den regten trant durven noemen; misschien echter wat lang volgehouden, en daardoor op het laatst zwakker. De leerstellige waarheid, uit den tekst afgeleid, is eenvoudig - zijn wij reizigers en vreemdelingen, dan hebben wij een ander vaderland - met kracht gestaafd, en met levendigheid aangedrongen. De toepassing eindelijk derzelve, door verschillende trekken, aan het beeld ontleend of voor tijd en gelegenheid geschikt, schoon en nadrukkelijk. Ook de aanspraken en zegenwenschen behaagden ons om gepast- en kortheid - de gebeden en dankzeggingen om den eenvoudigen, hartelijken toon. Men kent den trant des Hoogleeraars; hij