zer proeve konden wij onze goede verwachting en groot genoegen niet terughouden. Bij de voortzetting van het werk vonden wij geene de minste reden, om iets van dien lof terug te nemen. Integendeel, wij danken den Eerw. Schrijver van goeder harte voor dit inderdaad belangrijk geschenk, en stellen het zeker, dat hetzelve menigen Leeraar, menigen jeugdigen Leeraar vooral van nut zal zijn. Niet dat wij verlangen zouden, (en van der linden verlangt dit even weinig als wij) dat men hem, met een blind vertrouwen, voetstoots en in alles volgen zou. Maar als eene proeve, hoe men verstandig en oordeelkundig, en, ook bij eene mildere en vrijere denkwijs en menigvuldig. ander inzigt in dit of dat leerstuk, evenwel regt nuttig en onderhoudend over den Heidelberger prediken kan, zonder dat algemeen geëikt leerboek geheel ter zijde te schuiven, of het te verkleinen en te verachten, maar echter ingevolge de meerdere verlichting en naar de behoefte van den tegenwoordigen leeftijd; als zoodanig beschouwden en prezen wij dit werk. Wij stellen, even als de Schrijver, op onze protestantsche vrijheid, ook op den Christelijken leerstoel, hoogen prijs; wij verblijden ons in het betamelijk genot van dezelve, en rekenen ons en iederen Protestant, ook wanneer wij, ingevolge gemoedelijke overtuiging, ouder zoo wel als nieuwer inzigt in de Evangelische leer verkiezen te volgen, daartoe volkomen geregtigd. Mogt deze denkwijs nog meer algemeen worden! Dan toch kan het niet missen, of de voordragt der Christelijke waarheid en de Christelijke leering en stichting zullen daarbij gewinnen.
In het Voorberigt houdt de inderdaad eerwaardige man met zijne Recensenten de noodige afrekening, en hierin slaagt hij, onzes inziens, meesterlijk. Onze Letteroefeningen ontgaan zijne teregtwijzing; trouwens zij hadden, ook daar, waar zij van hem verschilden, zich van alle dogmatische polemiek, of aanleiding daartoe, zorgvuldig gewacht, en het lofwaardig werk allen aanmoedigenden lof van goeder harte gegeven; en zij herhalen het ook nu weder gaarne: zulk eene handleiding over den Catechismus ontbrak ons nog. Maar het Letterkundig Ma-