zen veldtogt, die wij echter, als meerendeels ook van elders bekend, stilzwijgend voorbijgaan. De verrigtingen in 1801, wegens de verandering van Regeringsvorm, worden daarentegen door dit werkje eerst opgehelderd. Het was de bekende irhoven van dam, die het denkbeeld opvatte eener soort van Amerikaanschen Regeringsvorm, met eenen om de vijf jaren aftredenden President; terwijl - wie zou het denken? - augereau zelf aan pijman de bewerking van het vertrek der Franschen van hier, bij wijze van afkoop, aanraadde; een bewijs, dat de Eerste Consul in 1800 zeer om geld moet verlegen geweest zijn. Wat het plan van Constitutie betreft, napoleon was er niet tegen, maar wilde schimmelpenninck toen niet als President geplaatst zien; pijman, wien augereau daartoe wilde benoemen, bedankte, waarop
van dam zijn plan veranderde, en, in plaats van één Opperhoofd, de uitvoerende magt onder een Staatsbewind van twaalf mannen verdeelde, hetwelk dan ook, zoo als men weet, doorgezet is. De bekende Anekdote, wegens het gevecht om den presidialen hamer en stoel, in de achtbare vergaderzaal des Vijfmanschaps, die sommigen niet konden gelooven, wordt hier volkomen bevestigd (bl. 113, 114.) Pijman, die deze omwenteling voornamelijk had bewerkt, zag zich teleurgesteld in de hoop, waarin hij door augereau was versterkt, van een Gezantschap naar Spanje, en noemt zulks ondankbaarheid der nieuwe Leden van het Staatsbewind. Het schijnt, dat napoleon de verandering der waardigheid van President in een Twaalfmanschap ongaarne zag; hij hield zich echter destijds nog in, maar in 1804 verklaarde hij, Keizer geworden zijnde, luid zijn misnoegen, en deed alstoen schimmelpenninck tot Opperhoofd, onder den titel van Raadpensionaris, benoemen. Met 27 Februarij 1807, wanneer pijman (die achtervolgens van Kadet tot Kapitein gediend had, Kolonel, Minister, Bewindsman, zoo van het Vijf- als Twaalsmanschap, Minister van Oorlog, Luitenant-Generaal, en Directeur der Pos-