regtvaardiging opgespoord. Van der linden houdt de woorden: regtvaardig voor God te zijn, of door Hem geregtvaardigd te worden, vooral regtvaardigmaken, ongepast. Gunst bewijzen, genade betoonen is, volgens hem, bij Paulus de beteekenis; liefde en welwillendheid omtrent schuldige en onwaardige menschen. Het sluit dus meer in dan vergeving der zonden en het uitzigt op de eeuwige gelukzaligheid; - II. wordt aangewezen, hoe de grond van die weldaad eenig en alleen in Gods ongehoudene goedheid of genade ligt, middelende de verlossing van J.C., en geenszins in eenige onze verdienste gezocht moet worden. Aan Gods kant is zij even onverpligt, als aan den kant der menschen onverdiend. Het beginsel van liefde of genade ligt reeds in de kracht van het woord regtvaardiging. Genade wordt daarom tegen schuld of verpligting overgesteld. Wordt in denzelfden adem van de verlossing door J.C. gesproken, het is omdat Jezus die genade voor ons verzekerd en bevestigd heeft, en dus als middeloorzaak beschouwd kan worden. De verklaring van het Evangelie (Rom. VIII: 1) geeft ons oneindig meer, dan de averegtsche voorstelling, welke zich met toerekening van vreemde verdiensten vleit, en die niet kan nalaten het grafvan zedelijkheid en deugd te worden. God blijft intusschen altijd de eerste, enz.; - III. handelt van de eigenlijke gesteldheid des geloofs, en van de verhouding, waarin het tot onze regtvaardiging staat. Bij den Catechismus is de tegenstelling niet tusschen geloof en goede
werken; maar hij geeft te kennen, dat het geloof hier voorkomt in tegenstelling en ter onderscheiding van de werken van Mozes' wet, waarop de Jood vertrouwde. (Wilde dit de Catechismus inderdaad, en niets anders?) Het geloof van den echten stempel heeft zijn vertroostend, maar ook heiligend en reinigend vermogen. Men kan het niet als iets verdienstelijks bij God in rekening brengen, zoodat Hij ons, op grond van hetzelve, geregtigheid en het eeuwige leven schenken moet. Dat wij op ons geloof genade en zaligheid verwerven, is in den geest van het Evangelie; maar dat wij