reld geweest, moest, na lange onzekerheid en toetsing, op hetzelfde denkbeeld komen) brouwer betoogt dan, vervolgens, dat Paulus geen opzettelijk oogmerk had, om de dwalingen van Joodschgezinde Christenen te keer te gaan;
tracht daarop te staven, dat de Apostel de pen voert tegen ongeloovige Joden, die, door allerlei spitsvindige tegenwerpingen, der Christenen geloof poogden in de war te brengen; en voegt er dan nog eene aanmerking bij, dat men door de wet, in dezen brief, in welke onderscheidene beteekenissen dit woord ook gebezigd zij, niet te verstaan hebbe den Mozaïschen Godsdienst, bij hem ook genoemd de genadebedeeling des O.V., zoo als die was, maar het begrip der ongeloovige Joden daarvan; iets, dat, in de tweede afdeeling van dit werk, van zelve nader behoort voor den dag te komen.
Bij die afdeeling, hoezeer de uitvoerigste, kan Recensent zijne lezers niet lange ophouden. Dat is ook meer van het departement der Bijdragen tot de Godgeleerde Wetenschappen, waarnaar hij dan ook, uit hoofde zijner belangstelling in dit werk, nieuwsgierig uitziet. Hij wil alleen, zeer verkort, des Schrijvers plan, met deszelfs eigene woorden, opgeven: ‘Het moet nu blijken, dat zijne vooronderstelling overal gemakkelijk strookt met des Apostels redeneringen. Men heeft, intusschen, daarom geene volledige uitlegging van elk vers te wachten. Er is genoeg gedaan, als het regte spoor is aangewezen, dat, bij de volkomene en meer bijzondere verklaring van dit Apostolisch geschrift, veilig kan gevolgd worden.’ Hij behoudt zich echter voor, om zich hier en daar, waar het pas geeft, over meer letterkundige bijzonderheden uit te laten. Aan dit plan blijft brouwer getrouw. Mogten wij nu maar treden kunnen in de beschouwing en beoordeeling van afzonderlijke plaatsen, hier uitvoerig behandeld, naar dat het dit plan medebragt, ook van dezulke, in welker opvatting wij van den Schrijver verschillen! Zonder ons groot genoegen te betuigen, kunnen wij ook het laatste niet doen. Dat in een paar bladzijden H. IX, X, XI afgedaan wordt, met eene enkele verwijzing naar de be-