Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1827

De vernedering onder Gods krachtige hand, aangeprezen in eene Leerrede, gehouden te Almkerk, den 6 Aug. 1826, bij gelegenheid van den geduchten Brand, welke deze Gemeente getroffen heeft den 3den dier maand, door K. van Rinteln, Predikant te Giessen en Rijswijk. (Uitgegeven ten voordeele der genen, welke deze ramp getroff en heeft.) Tweede Druk. Te Gorinchem, bij J. van der Wal. In gr. 8vo. 28 Bl. f :-30.

[p. 5]

Leerrede, ter aanprijzing van een Christelijk werkdadig medelijden, of ter opwekking tot ruime mededeelzaamheid aan de behoeftigen ten gevolge der thans heerschende ziekten in Overijssel, Groningen, Vriesland ezv. Uitgesproken den 8 October 1826, door G.H. Hein, Predikant te Kampen. (Uitgegeven ten voordeele dier behoeftigen.) Te Kampen, bij de Erven A. Valckenier. 1826. In gr. 8vo. 22 Bl. f :-30.

Waarlijk, zulke opschriften zijn te lang vóór zoo weinig bladzijden. Hoe hadden ze kunnen bekort worden! Indien b.v. van No. 2 weggelaten ware van ‘of’ tot ‘1826,’ en dan gelezen: ‘Door - behoeftigen door ziekte in Overijssel ezv.,’ en van No. 2 achter ‘Almkerk’ gelezen werd, ‘twee dagen na den brand aldaar’? 't Is zelfs nu, alsof er nog brand was te Almkerk, toen Do. van rinteln daar preekte.

De preek, No. 1, heeft ons, in aanmerking nemende, hoe weinig tijds er tot voorbereiding bestond, wat taal en stijl en trant en geest betreft, regt goed bevallen, en wij lazen die aan ons huisgezin met ware stichting voor. Als van rinteln zóó op eene schets preken kan, wat moet het dan niet veel goeds zijn, dat hij levert, na behoorlijke voorbereiding! Wij verblijden ons, dat de Burgemeester van Almkerk de uitgave, met anderen, wilde, en de preek mag nog wel eens uitverkocht en te derdenmale gedrukt worden. Het hapert zeker aan hetgeen men het exterieur noemt, of de man is niet jong genoeg meer; anders - valt er overigens niets te zeggen - mag men zich verwonderen, dat van rinteln predikant te Giessen en Rijswijk blijft. Doch, daarmede heeft hij zijn loon ook nog niet weg.

Ziende ook het voorgelezene en gezongene opgegeven, dat wij zeer goedkeuren, (waarom geschiedt dit niet altijd van het eerste ook?) merkten we op, dat er driemalen van de Psalmen en slechts ééns van de Evangelische Gezangen is gebruik gemaakt, die anders zoo veel ge-

[p. 6]

pasteren voorraad behelsden. Daarvan zal misschien wel in de gemeente de reden liggen. Toch spijt het ons. Als de preek nog eens gedrukt wordt, mag hetgeen wij bl. 19 lezen: ‘Ja deze gemeente is - volk, bijna zoo - als ik ben, en als gij zijt, die opandere plaatsen woont,’ wel wegbiijven. Van rinteln analysere deze passage eens. Zij hindert erg. Wij vergeven ze alleen om de overhaasting.

No. 2 onderscheidt zich door eenvoudigheid, netheid en kortheid. Voor de hier overgeschrevene zangverzen, eene publicatie van het Kampensche Departement Tot Nut van': Algemeen, een voorgebed, den tekst, Mark. VIII:1-9, en eene aanhaling van twaalf verzen uit Matth. XXV, ter nalezing in huis aanbevolen, rekene men veilig zeven bladzijden van de tweeëntwintig, en men ziet, hoe beknopt alles is voorgedragen, en begrijpt tevens, dat er van tekstverklaring weinig of niets konde inkomen. Uiterst netjes en proportioneel geordend is de geheele voordragt. Algemeen heeft deze preek in de gemeente te Kampen voldaan. Dit, en de uitwerking ten nutte der lijdenden en behoeftigen, drong tot de uitgave. De lezing moge niet minder doen, dan het hooren!