Van No. 3 moet iets meer gezegd worden: het is eene preek in goeden stijl, en met kennelijke hartelijkheid gedaan. Na gepaste inleiding, wordt de tekst goed verklaard; het tweede deel, dat beter in tweeën gesplitst ware geweest, overweegt veler menschen verkeerd begrip van de rampen, die anderen treffen, en welk gebruik wij er voor onszelven van hebben te maken. Velen zien Gods hand voorbij, en noemen alles toeval; anderen blijven in verkeerde gezindheid en gedrag onveranderd, en anderen houden de door Gods hand bezochten voor slecht, en zichzelven voor veel beter. Van dit bestaan wordt aangetoond, hoe gevaarlijk het voor den mensch zelven, hoe beleedigend het voor den naasten zij, en hoe roekeloos tegen God. Wij moeten ons laten opwekken door de onheilen, als roepstemmen Gods, tot verbetering; hebbende, bij verharding, geen beter lot te wachten. Op deze preek heeft Recensent deze aanmerking, dat zij wel wat troostrijker had mogen eindigen. Zulk een leeraar is evenwel - en op dezulken draagt onze leeftijd roem, als op niets zeldzaams - een voldoend bewijs, dat da costa liegt en lastert. De gemeente van Lisse achte haren predikant om zijns werks wille; want - elders schijnt hij geene opmerking te genieten.
En wat is nu No. 4? De titel geeft er den regten naam van op. Dit woord komt ook van een' leeraar der Hervormde kerk; en wij zijn er gerust op, dat niemand, wie hij dan ook zij, ten zij hij geheel verhard ware in vooroordeel en boosheid, die No. 1 en 2, en soortgelijk raaskallen van de scheurzieken in gemeld kerkgenootschap en elders, vergelijkt met dit woord, zijne droefenis en ergernis verbergen kan over de duivelsche wijze, waarop men eenvoudige menschen tegen hunne waardige zieleherders zoekt op te zetten. Door menig nuttig en godvruchtig geschrift is de waardige corstius, predikant te Enkhuizen, bekend. Ook voor dit, juist berekend tot het doel, danken wij hem. Het boekje moet gekocht, en het moet verspreid worden, waar 7