Regels van mr. Jacob Cats over het onderwijs, geschreven in de XVIIde eeuw.
(Een Snuifje voor zulke Meesters, als de Heer da costa cum suis.)
Het is een quade greep de jeugt te willen dwingen,
En als met enkel kragt het leeren op te dringen;
Het kind, dat harde tugt en droeve slagen vreest,
Krijgt dofheid aan het breyn en domheyt in den geest.
Hoe menig edel kind, tot kunst alleen geboren,
Heeft, door een strenge school, de boeken afgezworen;
Heeft door een wrangen nurk, of om een harden plak,
De leerzugt afgeleyd, gelijk een lastig pak!
Voor slaven stuur gebaar, en slagen voor de beesten;
De reden is genoeg voor wel-geboren geesten;
Daar is geen ander vrugt te trekken uyt den dwang,
Als dat een vrije ziel neemt elders haren gang.
't Is best de frissche jeugt door eerzugt op te wekken,
En door gevreesde smaat van luyheyt af te trekken;
Men stelle wat men wil de jonge zinnen voor,
Dit is de beste toom en dat de beste spoor.
(Uit het Huwelijck, hoofdstuk Moeder.)
Den Redacteur zijn in de tweede Proeve van een' Domperkatechismus eenige wezenlijke fouten aangewezen tegen het metrum, die den vervaardiger schijnen ontsnapt te zijn, en voor wier mededeeling hij zijne erkentenis betuigt: dan, daar hij zelf het een berijmd opstel noemt, en het hier meer op zaak dan dicht aankomt, vertrouwt hij, dat de Lezer, ook zonder nadere aanwijzing, dezelve wel goedgunstig zal verbeterd hebben.