Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1823
(1823)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijOver den generaal San-Martin, en den tegenwoordigen toestand van Peru.(Naar het Fransch.)
Amerika ontwikkelt zich met reuzenschreden. De Vereenigde Staten, die het heerlijk gezigt eener wijze vrijheid vertoonen, door de wetten en eenen telkens aangroeijenden voorspoed gevestigd, tellen reeds bij de andere Volken van Amerika gelukkige navolgers, die zich hun voorbeeld zullen weten ten nutte te maken. Nog eenige jaren, en dit nieuwe vaste land zal inderdaad eene nieuwe wereld zijn, vol kracht en leven, tot de hoogste vlugt en de stoutste ondernemingen in staat. Van Kaap Hoorn tot Labrador, overal waar de mensch zijne woonplaats kan vestigen, zal hij vrij zijn, niet onbeteugeld en woest | |
[pagina 725]
| |
gelijk de oude bewoners, maar in staat tot ontwikkeling en oefening van alle vermogens der ziele. Reeds heeft het meerendeel der oorspronkelijke inwoners het zwervende leven verlaten, en smaakt de eerste vruchten der beschaving. De afstammelingen der Spaansche veroveraars zullen ook eerlang burgers zijn, bezield met het gevoel hunner waardigheid en hunner regten, - geene verdrukkers meer, zoo min als verdrukten. De onafhankelijkheid is bijkans overal reeds bevochtenGa naar voetnoot(*): er blijft slechts over, om aan de nieuwe Staten de instellingen en wetten te geven, die hun voegen. De staatsregelingen, door eenige dier Staten aangenomen, zijn nog slechts proefnemingen, en zullen gewigtige veranderingen moeten ondergaan. Reeds is het kortstondige Keizerrijk van Mexico verdwenen, om voor een vrij en vertegenwoordigend Gemeenebest plaats te maken. Het Keizerrijk van Brazilië schijnt op een' hechteren grondslag te rusten; maar, omgeven van Republieken, door strijdige beginselen geslingerd, heeft het, zoo als het thans is, weinig geruste dagen te wachten. Zoo Brazilië zich niet van het Moederland afgescheurd had, zou het dit eenmaal zonder moeite en binnenlandsche oneenigheden hebben kunnen doen, misschien zonder bloedstorting; maar de overgang van de Monarchij tot de Republiek is zoo gemakkelijk niet, en heeft tot hiertoe nergens zonder burgertwist plaats gehad. De oorsprong en de ontwikkeling der staatsregeling van Peru levert een zoo zonderling verschijnsel op, dat alles, wat tot de kennis daarvan kan bijdragen, in Europa verdient behartigd te worden. In dezelve was, met de ge- | |
[pagina 726]
| |
lijkheid van Regten, tevens de Adel, erfelijke Titels, zelfs eene Ridderorde (die der Zon) en een uitsluitende Godsdienst van den Staat, met onverdraagzame bepalingen, behouden, alles zeer verschillende van het voorbeeld der Vereenigde Staten van Noord-Amerika, wier groote verdediger, washington, ook wel, na het einde van den oorlog der onafhankelijkheid, eene orde van cincinnatus instelde tot belooning der dappere verdedigers van het Gemeenebest, maar welke niet lang in stand bleef. Zelfs de benaming van orde der Zon is vreemd, en herinnert aan de oude dienaars van dat hemellicht in Peru; eene benaming, die ('t geen zonderling is) bijna te gelijk door de Christenen en Muzelmannen, die zich op de puinhoopen van den ouden Zonnedienst in Peru en Perzië hebben gevestigd, als een vereerend teeken van onderscheiding omhelsd isGa naar voetnoot(*). De man, aan wien Peru tevens zijne vrijheid en die staatsregeling te danken heeft, is Don josé de san-martin, geboren in 1778 te Tapegu, een plaatsje in de Spaansche Provincie Paraguay, waarvan zijn Vader bevelhebber was. Acht jaren oud zijnde, werd hij door zijne bloedverwanten naar Europa gebragt, en in het Collegie der Edelen te Madrid geplaatst. Terstond na volbragte letteroefeningen ging hij onder dienst, woonde de veldtogten der Spanjaarden tegen Frankrijk gedurende de Omwenteling bij, geraakte in 1808 te Cadix bij den moord van den Marquis de la solana, bij wien hij Adjudant was en op wien hij zeer geleek, in levensgevaar, diende vervolgens onder den Generaal castanjos, droeg veel bij tot de overwinning op de Franschen bij Baylen, blijkens den openlijken lof in de openbare berigten, en was achtervolgens Luitenant-Kolonel bij de | |
[pagina 727]
| |
legers van Andaluzië, het middelpunt, Estramadura, en Portugal. Toen eindelijk de Provinciën van Rio de la Plata zich onafhankelijk verklaarden, en alle hare kinderen te harer verdediging opriepen, luisterde san-martin naar de stem des Vaderlands; hij keerde over Engeland terug naar Buenos-Ayres, de Hoofdstad van het nieuwe Gemeenebest, hetwelk zich naar de Zilver- (Plata-) Rivier had genoemd. Eerlang had hetzelve, door de zorg van san-martin, eene bende van Granadiers te paard, wier dapperheid en krijgstucht algemeen bewonderd werden. Met 150 man van dezen troep versloeg san-martin geheelenal 500 man, die de Gouverneur van Monte Video naar Opper-Parana zond; en de overwinnaar bekwam daarvoor den rang van Overste. Minder gelukkig waren de wapenen van het Gemeenebest in de veldslagen van Vilcapujio en Agouma. San-martin moest deze nederlagen herstellen, en den togt des Onderkonings van Lima stuiten, die niet alleen overwinnaar, maar ook sterker in getal was. Maar de zorg des nieuwen Veldheers wist het zegevierende leger te keeren. Slechts zijne gezondheid noodzaakte hem, het bevel over dit heir, dat in een zeer ongezond land stond, neder te leggen, en te Cordova in Tucuman eenige rust te genieten. Zoodra hij weder in staat was te dienen, vertrouwde men hem de Provincie CuyoGa naar voetnoot(*), een grensgewest, hetwelk toen het gewigtigste punt van verdediging was. Niet lang duurde zijn bewind over dit gewest; maar de gevolgen daarvan voor hetzelve waren onvergetelijk. Orde, krijgstucht, onderwijs bij het leger; | |
[pagina 728]
| |
gemak en veiligheid van gemeenschap; een kanaal tot aanvoering der wateren, die thans groote vlakten vruchtbaar maken; eene nieuwe stad, op de boorden van hetzelve gebouwd; de verfraaijing der Hoofdstad Mendoza, enz. - alle deze weldaden van een goed bestuur verzekeren san-martin van de duurzame erkentenis der bewoners van Cuyo. Ondertusschen werd de vrijheid van Amerika van alle kanten bedreigd. Ferdinand VII had de volstrekte magt weder in handen genomen (1814); de Onderkoning apodeca bevredigde Mexico, meer door beleid dan door wreedheid; morillo hernam Carthagena, Nieuw-Granada en bijna geheel Venezuela; osorio, en zijn opvolger marco, deed Chili zwichten; eene Portugesche bezetting lag te Monte-Video; de Spanjaarden waren meester van Opper-Peru, en in Spaansch-Amerika was Buenos-Ayres nog de laatste schuilplaats der onafhankelijkheid. Twee legers bedreigden te gelijker tijd de Provincie Cuyo, - dat van Peru en van Chili. Het laatste bestond uit 8000 man uitgelezene troepen. San-martin wist hetzelve door valsche geruchten te verdeelen. In het begin van 1817 trok hij met 3000 man Noordwaarts op, terwijl men hem in het Zuiden verwachtte. Voor de eerste maal trok een trein grof geschut de besneeuwde hooge Andes over. Met onnoemelijk veel moeite kwam men aan de overzijde, en bereikte den 12 FebruarijGa naar voetnoot(*) den vijand te Chacabuco. De Republikeinen waren minder in getal, maar hadden het vaste besluit, te overwinnen of te sterven; de zegepraal bekroonde hunne pogingen; dezelve bevrijdde Chili van het Spaansche juk. De Koningsgezinde Generaal maroueli bleef op het slagveld; het overschot van het geslagen leger zocht eene schuilplaats in de | |
[pagina 729]
| |
vesting Talcahuano. Dus heeft een gevecht, hetwelk men in Europa niet meer dan als eene schermutseling der voorhoede zou rekenen, in Amerika een' nieuwen Staat gesticht. In de volheid hunner vreugde en dankbaarheid droegen de Chilezen den Veldheer, die hun de vrijheid hergeven had, het hoogste bewind op. Doch san-martin weigerde zulks, in weerwil der dringendste aanzoeken, en verklaarde niemand dien hoogen rang waardiger, dan zijnen krijgsmakker o' higgins, wien hij een groot aandeel aan de overwinning toekende. De algemeene toestemming bevestigde deze keuze; en de bevrijder van Chili keerde naar Buenos-Ayres terug, om aldaar eenen nieuwen krijgstogt tegen Peru in gereedheid te brengen. Vóór zijn vertrek boden de Overheden der Hoofdstad St. Jago hem een aanzienlijk geschenk aan; hij besteedde zulks oogenblikkelijk aan eene openbare boekerij, waarvan dezelve nog verstoken was. Eenigen tijd te voren had hij de helft zijner bezolding aan het Vaderland afgestaan, en de Echtgenoote des edelen mans tot datzelfde einde hare kleinooden opgeofferd. Terwijl san-martin aldus te Buenos-Ayres werkzaam was, verschafte o' higgins zich in Chili, door betrekkingen met Engeland en Noord-Amerika, de middelen, om eene Zeemagt te bekomen, die de ondernemingen ter zee tegen de jonge Republiek zou kunnen verijdelen. Zijne voorzorg was alles behalve overtollig; want, eer hij nog gereed kon zijn, deed de Onderkoning pezuela een nieuw leger onder osorio, 5000 man sterk, te Talcahuano landen, hetwelk, met de bezetting dier plaats vereenigd, den weg naar Chili insloeg. Weldra ontmoette men het Republikeinsche leger, 9000 man sterk, onder o' higgins en san-martin, die zich toen weder in Chili bevond. De Koningstroepen hadden de minderheid in getal; maar een overval des nachts verschafte hun de zege. De overrompelde Republikeinen vloden bijna zonder gevecht. Gelukkiglijk trok de regter vleugel, onder den Generaal las heras, in orde terug tot onder de muren der Hoofdstad, tachtig uren van het slagveld bij Cancha-Rayada. Tegen deze rampen bleef den Chilezen hun moed en san-martin over. Binnen veertien dagen had deze bekwame Veldheer het vertrouwen hersteld, het leger herzameld, en bood nu den vijand in de vlakte van Maïpo, drie uren van de Hoofdstad, den slag aan. Thans was osorio de sterkste, | |
[pagina 730]
| |
en zijn heir bestond uit uitgelezene manschappen; nogtans was de zegepraal van zijnen tegenstander volledig, en het Spaansche leger werd bijna geheellijk vernietigd. De Generaal osorio bragt niet meer dan 73 man met zich naar Talcahuano; al het overige was gesneuveld of gevangen. Doch san-martin was de man niet, om op zijne lauweren te rusten. Hij begreep, dat Chili nooit gerust kon zijn, zoo lang Peru in Spaansche handen bleef; en hij vormde dus het grootsche ontwerp, om ook dat uitgestrekte land te bevrijden. Tot dat einde reisde hij weder naar Buenos-Ayres, om de middelen tot dezen belangrijken togt bijeen te brengen. De slechte wegen en zijne zwakke gezondheid beletteden hem de terugkomst in Chili, vóór het einde van OctoberGa naar voetnoot(*). Intusschen had de nieuwe Republiek eene Zeemagt bekomen. Er was van het konvooi, uit Spanje naar Callao in Peru bestemd, het grootste gedeelte opgeligt. Lord cochrane kwam kort daarna uit Engeland, en aanvaardde het bevel over het Chilesche smaldeel. Hij moest in de baai van Callao de Spaansche zeemagt aanvallen, die men dacht dat Chili bedreigde. Maar tot deze onderneming was nog niet alles gereed, en de geldmiddelen van Chili waren uitgeput. De onvermoeide san-maktin begaf zich dus nog eens op weg naar Buenos-Ayres, in Februarij 1819, niet alleen om ondersteuning voor den vereenigden aanval op Peru ter zee en te land, maar ook om de binnenlandsche geschillen der nieuwe Republiek te dempen, en zijn Vaderland, door de groote toebereidselen te Cadix bedreigd, te hulp te komen. Doch dezen togt volbragt hij niet. In tijds werd hem berigt, dat zeker struikroover, met name josé miguel carrera, onder weg op hem loerde, met oogmerk om hem te vermoorden. Had de Generaal slechts drie uren verder gereisd, hij ware in handen dier booswichten gevallen. Nu keerde hij naar Mendoza weder, om, wanneer de weg zoo onveilig bleef, liever de terugreis naar St. Jago aan te nemen. Doch zijne gezondheid had met deze togten veel geleden. Van den voet der Andes tot aan den mond des Zil- | |
[pagina 731]
| |
verstrooms heerschte de grootste wanorde. Daarbij werd hij in zijne besluiten deerlijk geslingerd: aan den eenen kant bood de Regering van Chili hem, met belofte der krachtigste ondersteuning, het bevel over het bevrijdingsleger van Peru aan, dat nu gereed stond te velde te trekken; aan de andere zijde drong de Regering van Buenos-Ayres bij hem aan, om met zijn' legertroep zoo spoedig mogelijk het jammerlijk verscheurde Vaderland te hulp te komen, waar thans partijzucht en regeringloosheid de overhand hadden. De Generaal belgrano, die op de grenzen van Peru stond, ontving dezelfde bevelen. Hij gehoorzaamde. San-martin kon niet besluiten, het groote ontwerp, waaraan hij zijn leven gewijd had, de bevrijding van Zuid-Amerika, bepaaldelijk van Peru, geheel vaarwel te zeggen. Hij keerde niet terug. Misschien is hij in dit geval niet van ongehoorzaamheid aan eene door hem als wettig erkende Oppermagt vrij te pleiten; maar, zoo hij voor den regterstoel eener gestrenge Zedekunde te kort schiet, hij is althans door den uitslag, en het gebruik, dat hij van zijne behaalde voordeelen wist te trekken, volkomen geregtvaardigd. Terwijl san-martin de Andes overtrok, rees in de Plata-Republiek de regeringloosheid ten toppunt. Het leger van den Generaal belgrano erkende hem niet meer voor Opperhoofd: een ruiterdrom van 1000 man jagers der Andes, een der beste troepen des legers, verstrooide zich; en de Generaal alvarado kon zijne 2000 man niet anders behouden, dan door dezelve uit dit brandpunt des oproers te verwijderen en naar Chili te voeren. (Zou dit geene regtvaardiging, althans verontschuldiging, voor san-martin opleveren?) De partijen ontbonden de Regering van Buenos-Ayres. San-martin vernam zulks onderweg, en meende nu het gebied over zijne afdeeling te moeten nederleggen, daar het gezag niet meer bestond, hetwelk hem aangesteld had. Hij deed dus stilhouden, zijne Officieren vergaderen, en deelde hun zijn besluit mede. Doch met eenparig geroep benoemde men hem tot Oppergeneraal, welken titel hij echter niet aanvaardde, dan onder stellige voorwaarde, dat het leger hem naar Peru zou volgen. Eindelijk waren dan alle zwarigheden tegen dezen togt opgeheven. Den 24 Augustus 1820 begaf het vereenigde bevrijdingsleger van Peru zich op weg. San-martin, ook door de Chilesche Regering tot Opperveldheer verkozen, | |
[pagina 732]
| |
(zoodat zelfs de Admiraal cochrane met de zeemagt onder hem stond), had, ter gemoetkoming in de kosten der onderneming, een landgoed, hem door die Regering opgedrongen, voor de helft der waarde verkocht. Dit geheele leger, met zoo veel moeite bijeengebragt, en waarvan zoo veel afhing, bedroeg niet meer dan 3700 man, en moest een land, door meer dan 20,000 krijgshaftige en welgeoefende soldaten verdedigd, gaan innemen. In dezen veldtogt spreidde san-martin vooral zijne staat- en krijgskundige bekwaamheden ten toon. Hij trok met omzigtigheid voort, liet niets aan het toeval over, en werd uitnemend door zijne manschappen ondersteund. De Generaal arenales, door hem naar het gebergte gezonden, sloeg den Spaanschen Veldheer o'reilly, en nam hem gevangen. Bijna alle gewesten stonden op; de soldaten kwamen zich bij honderden onder de banieren der vrijheid scharen. De Onderkoning pezuela was afgezet, en vervangen door den Generaal laserna. De Fregatkapitein, Don manuel abron, kwam, met den titel van Commissaris van den Constitutionelen Koning van Spanje in Chili en Peru, daar te lande aan. Men hield, den 2 Junij 1821Ga naar voetnoot(*), te Punchauca een mondgesprek, ter bevordering van de algemeene bevrediging. Zoo de Veldheeren van beide zijden genoegzame magt hadden gehad, zouden gewis de vijandelijkheden geschorst, en de onderhandelingen, op den grondslag der onafhankelijkheid van Amerika, begonnen zijn. Maar de mindere hoofden des Spaanschen legers wilden van geene bevrediging op dien voet hooren, en de krijg werd hervat. Na zes weken hadden de Koningsgezinden niet meer dan de sterkten van Callao, de haven van Lima, in bezit, en de Hoofdstad Lima opende hare poorten voor de bevrijders. Zoodra san-martin dus meester van Peru was, leide hij zich toe, om aan het land een krachtig bestuur te geven. Misschien werkte het nog zoo versche voorbeeld der onlusten in het Republikeinsche Buenos-Ayres mede, om hem van al te demokratische regeringsbeginselen afkeerig te maken; althans hij meende zich voor het oogenblik de volle magt, onder den naam van Protector of Beschermheer, te | |
[pagina 733]
| |
moeten toeëigenen. Toen werd ook de boven geschetste Constitutie van Peru beraamd, op welke hij eenen onmiskenbaren invloed gehad heeft. Maar kan men eener Natie, die lang aan den leiband geloopen heeft, zoo veel toevertrouwen als aan zulk eene, die reeds vroeg proeven van hare kracht heeft gegeven? Wat zou er van Peru, zonder mannen, in staat hetzelve als een' vrijen Staat te regeren, geworden zijn, indien de groote geest van san-martin niet vooreerst voor deszelfs bestaan had gezorgd? De vijand hieid nog de sterkten van Callao in; uit het gebergte kon arenales hem niet verdrijven; hij was nog magtig in de Provinciën Arequipe en Opper-Peru. Zij durfden zelfs het gebergte verlaten en Lima naderen, in de vaste overtuiging, dat de stad hun de poorten zou openen; maar san-martin wachtte hen buiten de stad af, versloeg hen, en nu gaven zich ook de forten van Callao over. Toen werd de bovengenoemde Ridderorde der Zon ingesteld. Een vriend der onafhankelijkheid van Peru, de Marquis di torre-tagle, werd met de noodige beschikkingen over het leger, en het beramen van een mondgesprek tusschen bolivar en san-martin, belast. Dit gesprek had plaats, den 25 Julij 1822, aan de boorden van den Guayaquil. Het zou van belang voor de Geschiedenis zijn, de bijzonderheden van het onderhoud tusschen deze twee buitengewone mannen, bevrijders van Zuid-Amerika, te kennen. De gevolgen daarvan zijn bekend. Naauwelijks was san-martin te Lima terug, of de Generaal alvarado verjoeg, met 4500 man keurtroepen, den vijand uit Arequipe en Opper-Peru; terwijl arenales hem, met 6500 man, uit het gebergte verdreef. Thans vergaderde het eerste Congres van Peru, in welks handen de Beschermheer de hem toevertrouwde magt nederleide, waarvan hij geen gebruik had gemaakt dan ten nutte des lands. Hij weigerde het bevel over het leger, hem door het Congres aangeboden, en leeft thans in den schoot van zijn gezin te Valparaiso in Chili. De opvoeding eener dochter, de éénige vrucht van een gelukkig huwelijk, maakt al zijne bezigheid uit. Gedurende dit bestuur van dertien maanden heeft san-martin de letteren en het onderwijs bevorderd, Lancaster-scholen opgerigt, en zijne boekerij aan de Hoofdstad Lima, die er geene had, geschonken. Hij heeft zich, als Protector, (en dus met de geheele magt bekleed) vergenoegd | |
[pagina 734]
| |
met een derde der bezolding des Onderkonings. Amerika heeft, in eene halve Eeuw, drie mannen van dezen stempel voortgebragt, washington, bolivar en san-martin, (behalve de staatslieden, die buiten het oorlogsveld hun Vaderland nuttig waren) en dit zou alleen kunnen volstaan, om de lasteringen van pauw tegen het nieuwe Werelddeel te logenstraffen. Volgens de jongste berigten, heeft het Congres van Peru een Comité benoemd, gelast om aan hetzelve een ontwerp van Constitutie aan te bieden, verschillende van die van san-martin, en rustende op de volgende grondslagen: Peru is één vrije Staat; de Natie is Souverein, en onafhankelijk van Spanje en elke andere Mogendheid; de Roomsche Godsdienst is die van den Staat; het Regt van Verkiezing berust bij het Volk, dat van Wetgeving bij deszelfs Vertegenwoordigers; de vrijheid der drukpers, de veiligheid van personen en eigendommen, de affchafsing der verbeurdverklaring van goederen, van onteerende straffen, van erfelijke waardigheden, van voorregten, en van den Slavenhandel, worden plegtig vastgesteld en gewaarborgd. De wetgevende Magt wordt uitgeoefend door ééne Kamer van Vertegenwoordigers. De uitvoerende Magt mag noch erfelijk, noch levenslang aan iemand worden opgedragen. In lijfstraffelijke zaken doen Gezworenen de uitspraak. Een Senaat waakt voor de uitvoering der Staatsregeling; hij stelt aan de uitvoerende Magt de burgerlijke en geestelijke ambtenaren voor, en roept, in buitengewone gevallen, het Congres bijeen. Eindelijk zijn de Ministers, te zamen en hoofd voor hoofd, verantwoordelijk. Er moet een algemeen lager onderwijs voor alle klassen der Maatschappij plaats hebben. - Er is ook onlangs een aanvallend en verdedigend verbond tusschen den vrijen Staat van Peru en de Republiek van Columbia gesloten, hetgeen echter niet alleen gemeenschappelijke verdediging der onafhankelijkheid en krijgsverrigtingen, maar ook onderlinge zamenwerking tot het welzijn der burgers van beide Staten bedoelt. Peruanen zullen in Columbia als ingeborene burgers worden aangemerkt, en omgekeerd de Columbianen in Peru. Zoo gaat het licht in Peru op, terwijl het in Spanje onder de kimmen duikt! |
|