Vorstentrots.
Wanneer karel de groote zijne bevelen onderteekende, deed hij zulks met den knop van zijn zwaard, waarin zijne handteekening gegraveerd was, en zeide daarbij dikwijls: ‘Hier zijn mijne bevelen; en daar,’ op zijn zwaard wijzende, ‘hetgeen ze doet eerbiedigen.’ - Beklagenswaardig Vorst, die dus regeert; en nog beklagenswaardiger Volk, dat dus geregeerd wordt!