Voorslag tot eene nieuwe belasting.
In een gezelschap bij den Minister van Finantiën *** viel het gesprek op het rijke onderwerp der onderscheidene belastingen. De Minister verklaarde, dat de grootste zwarigheid bij het heffen in deze twee hinderpalen gelegen was; te weten, om te voorkomen, dat dezelve niet door list ontdoken werden, en dat het volk niet morde; er bijvoegende, dat hem zulks nog nooit had willen gelukken. ‘Ik ben, wel is waar,’ hernam zeker Heer, ‘geen Financier; maar ik vlei mij toch, zulk eene belasting te kunnen aan de hand geven.’ - En die is?’ vroeg de Minister gretig. - ‘Eene op elken doode. Den dood toch kan niemand ontduiken; want wij moeten allen, vroeger of later, sterven; en hem, die dezelve moet betalen, is de mond voor altijd gesloten!’
Aanteekening, behoorende tot de Hulde aan van swinden, bij de woorden: der Seine blonk in 't oog.
In den jare 1767 was van swinden te Franeker als Hoogleeraar in de Wijsbegeerte geplaatst geworden; in 1770 behaalde hij den Eereprijs bij de Akademie der Wetenschappen te Parijs, en mag gerekend worden hierdoor zich in Frankrijk het eerst met lof te hebben leeren kennen.