Stomme, maar luid- en wèl-sprekende taal.
Wanneer de eersten der arme Grieksche vlugtelingen door B...... in Saksen trokken, staarde de kleine, lieve jongen van den waard de vreemdelingen nieuwsgierig aan. Een van hen, een kloek, welgevormd man, met een' raafzwarten baard, zag lang en in diepen weemoed op het kind neder. Eindelijk wendde hij zich tot een' zijner lotgenooten, wees met aandoening op den knaap, en wischte een' traan uit zijne oogen. Dit verstond elk. Hij bragt, met het innigst vaderlijk gevoel, een smartelijk offer der herinneringe aan zijnen vermoorden lieveling!