Nieuw alphabet van en voor den opmerker.
P.
Paauwen. De paauwen hebben daarom pooten, welke niet aan hunne vederpracht beantwoorden, omdat zij bestemd zijn, niet, zoo als men oudtijds beweerde, om door den modder te loopen, maar om zich nooit anders dan en calèche of en carricle te vertoonen.
Paus. Men hoort weinig van hem, sedert voorname diplomaten er op uit zijn, om hunne staatkundige begrippen in de artikelen des geloofs te brengen.
Pekelnat. Zeer ondichterlijke benaming der zee, alleen bij sommige dichters in gebruik.
Pest. De ligchamelijke pest wordt door stoffelijke middelen te keer gegaan; zoo ook de zielspest (het liberalisme). Men trekke tegen dezelve met bajonetten op, en zende op dezelve dragonders af, even als voorheen in zeker land op de Hugenoten!
Phebus. Laat zijn' zetel wel eens door Midas bezetten, om zich te vermaken, zoo wel met den kunstregter, als met hem, die deszelfs beslissing voor Godspraak houdt.
Piramide. Wijdluftige aanleg, die op niets uitloopt. Als elke despoten-dwaasheid zulk een gedenkteeken achterliet, dan zou het nergens op aarde aan punten voor de trigonometrie (driehoeksmeting) ontbreken.
Poëzij. Proza is de dagelijksche waterdronk; poëzij is de hoogtijd-wijn. Zonder haar zou men bij het gewone dagwerk insluimeren, en nimmer in de gewesten van een hooger en beter leven op vrije wieken omdrijven.
Polen. Uit den weg geruimd, om elkander vriendbroederlijk en gebuurlijk meer nabij te komen.
Prediken. Veler prediken kan men met het alleen klanken gevende orgelspel vergelijken; al wat wèl luidt, het hart roert en de ziel verheft, er af gedacht.
Pruissen. Land in barensnood, om eene liberale Constitutie voort te brengen, en waar, bijaldien de vroedmeester ontbreken mogt, de natuur zichzelve redden zal.