gen, om de woonstede zijner voorouderen en het verblijf zijner zorgelooze kinderjaren nog eenmaal te zien, dreef hem naar dit goed.
Verkleed wendde hij zich tot den opzigter van hetzelve, en vond in hem nog denzelfden, die dezen post eertijds waarnam. Beiden waren verheugd over deze onverwachte ontmoeting. De Emigrant ontdekte nu aan zijnen ouden dienaar openhartig zijnen wensch; maar verzocht hem, het zóó te schikken, dat de Generaal zulks niet te weten, en hem zelfs niet te zien kwame.
De opzigter beloofde zulks; maar, als door eene ingeving ter gunste van zijnen ouden meester gedreven, verbrak hij zijne belofte.
Moreau beval daarop, den Emigrant te zeggen, dat de tegenwoordige bezitter den volgenden dag op reis ging, hem vervolgens het landgoed te laten bezigtigen, en hem daarna, tegen den avond, in zeker paveljoen te brengen.
Dit geschiedde. De Emigrant was zeer aangedaan, en kon van tijd tot tijd de tranen, die hem in de oogen welden, niet verbergen. Eindelijk werd hij in het paveljoen geleid, en - vond daar den Generaal. Verbaasd, verlegen en bewogen, wilde hij zich terstond verwijderen; maar moreau trad hem minzaam te gemoet, vatte hem bij de hand, en verzocht hem te gaan zitten. ‘Wees toch niet zoo vreemd op uw eigen goed!’ sprak hij tot den verbaasden. ‘Van het oogenblik af, dat ik vernam, dat gij van de lijst der Emigranten waart uitgeschrapt, beschouwde ik mij als eene soort van bestuurder van uw vermogen. Hoe konde ik om trent een' zoo achtingwaardig' man anders handelen? Ik heb dit goed voor 100,000 livres gekocht; maar het is algemeen bekend, dat het, onder broeders, 300,000 livres waard is. Ik laat u alzoo de keus, u, als den regtmatigen bezitter, deze 200,000 livres bij te betalen, of u het goed tegen den inkoopsprijs terug te geven. Wat ik daaraan besteed hebbe, mag ik niet in rekening brengen; want daarvoor heb ik het zoo lang gebruikt. Ik weet,’ voer hij voort, ‘dat gij u thans, na zoo veel tegenspoeds, veelligt niet in staat zult bevinden, de koopsom in ééns af te doen; gij kunt daarom zelf de termijnen van betaling naar uw goedvinden regelen.’
De Emigrant kon geene woorden vinden, zoo zeer had hem de grootmoedigheid des Generaals verrast! Hij kende de waardij van zijn landgoed volkomen; had met verbazing ge-