Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1823
(1823)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijWraakzucht.De Maarschalk van Saksen was de minnaar der schoone en vermaarde Actrice lecouvreur. Zijn hartstogt, echter, verkoelde, zoodra hij van hare ontrouw onwedersprekelijk overtuigd was, en hij maakte nu der Hertoginne van b. zijn hof. Hoe weinig reden de eerste had, om over haar verlies zich te beklagen, zoo vatte zij evenwel een' doodelijken haat op tegen hare opvolgster, en gaf aan denzelven eens, op het tooneel, op de tergendste wijze, lucht. In de rol van Fedra, in het Treurspel van dien naam, rigtte zij, namelijk, de woorden, die zij tot hare vertrouwde, Enone, spreken moest, tot de Hertogin, die, vlak tegenover het tooneel, in eene loge zat; en, terwijl zij haar met een' blik van verachting aanstaarde, sprak zij, met eenen nadruk, misschien nooit geëvenaard, deze regels uit:
Je sais mes perfidies,
Oenone, et ne suis point de ces femmes hardies,
Qui, goutant dans le crime une tranquille paix,
Ont su se faire un front, qui ne rougit jamais.Ga naar voetnoot(*)
Een groot deel des publieks verstond deze toespeling volkomen, en gaf zulks door een onstuimig handgeklap te kennen. De Hertogin was buiten zichzelve van woede. De Actrice stierf kort daarop plotselijk (20 Maart 1730), en het | |
[pagina 145]
| |
gerucht liep algemeen, dat zij, uit wraakzucht, vergiftigd was geworden. Men zegt, namelijk, dat, ten gevolge van het ontwerp der Hertogin, een Abbé haar eenige konfituren aanbood, na wier gebruik zij eensklaps ziek werd en stierf. |
|