te. Nu, het zij uit het Hoogduitsch, als het maar wel is. Ja, Lezer! wat zullen we er van zeggen? Dat woordje wel laat zich op meer dan ééne wijze uitspreken. Spreek het naar uw believen uit: ‘het is wel,’ want - slecht of kwaad is het niet. Het is zelfs mooi, en sommigen zullen het schoon noemen. Dit hangt van den individuélen smaak af. Recensent heeft meer behagen, b.v., in geurige, voedende en verkwikkende vruchten, dan in schitterende bloemen voor het verstand en hart; en, ware hier de voordragt wat eenvoudiger geweest, hij zoude dezelve, hoe verheven anderen die achten, voortreffelijker gevonden hebben, en hij gelooft, dat aan velen het boekje hartelijker zoude hebben goed gedaan.
Zesentachtig bladzijden is het groot, en over vierendertig onderwerpen, ter eenzame overdenking geschikt, wordt in dezelve gehandeld. Dat staat ons, om het oogmerk, waartoe dit boekje dienen moet, bijzonder wel aan. In de derde overdenking zien wij, dat de volgende bloesems zijn uit het dagboek eener vrouw, die, de residentie verlatende, waar zij niet altijd de verleiding wederstaan konde, besloot, in de plaats, waar zij het eerste licht had ontvangen, en waar hare betere gevoelens, gelouterd door de ondoelmatige verstrooijingen der stad, te beter werken konden, hetzelve langzamerhand te zien uitgaan. In de vijfde overdenking zien wij echter deze vrouw reeds begraven: NB. deze overdenking is getiteld: ‘De eerste avond op het land!’ Of nu de volgende overdenkingen hare nalatenschap zijn? 't Is mogelijk; maar de Schrijver, die in de vierde en vijfde, voor de helft, haar sprekende invoerde, en dan in den derden persoon van haar gewaagt, maar voorts weêr in den eersten persoon spreekt, had dit wel mogen aanwijzen. Nu moet men er naar raden. Het sentimentéle is het heerschend karakter dezer overdenkingen, en verdringt wel eens zoo geheel het zoogenoemd verhevene, dat anders doorstraalt, dat er - nicts overblijft, als men nadenkt. Zie hier een voorbeeld, zoo als er meer zijn: ‘Ziet, ik ben bij u alle dagen, tot aan het einde der wereld!’ beloofdet gij scheidende, mijn Hei-