| |
Dissertatio Anatomico Pathologica de mutato vasorum sanguiferorum decursu in Scoliosi et Cyphosi, quam in Acad. Trajectina publico examini submittit W. Vrolik. Amst. 1823.
Van den Zoon des met roem bekenden Hoogleeraars, die het geluk had, van zijne vroege jeugd af, het voorbeeld, de leiding en lessen zijns Vaders te volgen, welke de eigenaardige strekking hebben, dat zij wenk en lust tot bespiegeling geven, zonder de bepaalde leerstellige orde te verlaten, - van dien Zoon kon men billijk verwachten, dat hij, met 's Vaders geest bezield, op den aangewezenen weg voortwandelende, eene uitstekende Akademische loopbaan zou volbrengen. Aan deze verwachting beantwoorden ook zijne vroegere proeven; en, de ontleedkunde voor den grondslag der geneeskunde houdende, gaf de jonge vrolik bij zijne komst aan de Hoogeschool een blijk, hierin meer dan gewoonlijk bedreven te zijn, door zijne verhandeling over het werktuig des gehoors bij den mensch zoo wel als bij de dieren, welke, eigen
| |
| |
onderzoek met belezenheid parende, door de Utrechtsche geneeskundige faculteit bekroond werd. In het volgende jaar ontvingen wij een vernieuwd bewijs zijner vorderingen in de ontleed- en dierkunde, door zijne voortresfelijke proeve over de Robben, in het bijzonder over den gewonen Zeehond, in welke hij in eene zuivere taal beschrijft en rangschikt, wat vroegere Schrijvers, vooral peron en blainville, over de Zeerobben in het algemeen gezegd hebben, en wat in de verzamelingen van ons vaderland daaromtrent te vinden was; terwijl twee levende Zeehonden, hem door den Minister falck en den Gouverneur van doorn gezonden, hem in staat stelden, de huishouding dezer dieren bij hun leven na te gaan, en na hunnen dood de verschillende werktuigen en derzelver verrigtingen afzonderlijk en naauwkeurig te ontleden en te beschrijven, waardoor hij veel vond, door zijne voorgangers of niet, of onnaauwkeurig beschreven, hetgeen hij ophelderde door eigenhandige afbeeldingen, welke zijner teekenpenne eer aandoen, en waaruit hij dan physiologische gevolgtrekkingen maakt, die deze proeve als eene gewigtige bijdrage voor de vergelijkende ontleedkunde in het algemeen, en voor deze merkwaardige diersoort in het bijzonder, kenmerken, en ons doen hopen, dat de Schrijver deze zijne geliefkoosde oefening niet met zijne Akademische loopbaan zal besluiten, maar ons spoedig overtuigen, dat hij ook de buitenlandsche verzamelingen met vrucht bezien en beoordeeld zal hebben.
Tot besluit en blijk van zijnen welbesteden Akademietijd levert ons de Heer vrolik thans eene ontleedziektekundige beschouwing van den veranderden loop der bloedvaten in de afwijkingen des ruggegraats, welke, zich aan de Akademische verhandelingen der Heeren aroy en coopmans aansluitende, als een vervolg van deze kan beschouwd worden, waardoor zijn geschrift meer in zakelijkheid dan omvang moest winnen. Het uitgebreide kabinet zijns Vaders, dat, na het vertrek van temminck's vogelen en visschen, als eene nageblevene antieke zuil, in de van alle voorwerpen van Natuurlijke
| |
| |
Historie thans ontbloote hoofdstad, zal schitteren, gaf hem gelegenheid tot belangrijke nasporingen in deze schaars, en bij ons nog niet, behandelde afwijkingen, van welke wij eene korte schets zullen geven.
Na de zamenstelling des ruggegraats, en deszelfs vereeniging met het beengestel, volgens de Akademische verhandeling zijns Vaders, opgegeven te hebben, gaat de Schrijver, in het 1ste Hoofdstuk, tot de afwijkingen over, en neemt de gewone verdeeling in Cyphosis, Scoliosis en Lordosis aan, bij welke laatste wij met hem gelooven, dat de veranderde loop der vaten niet aanmerkelijk genoeg zij, om eenige stoornis in de verrigtingen voort te brengen, wijl zij den bogt des ruggegraats volgen moeten, en hunne rigting niet, gelijk in de twee overige afwijkingen, eenen anderen loop aanneemt. Na de wederlegging van verschillende gevoelens wegens de oorzaak der achterwaartsche afwijking der wervelen, waarbij wij echter dat van muller, graeve en malsch, wegens den toestand der spieren na inwendige ontstekingen en hare betrekking tot het beengestel, met leedwezen misten, neemt de Schrijver aan, dat door drukking het tusschenliggend kraakbeen in de voeding belet en vernietigd wordt, waardoor het voorste gedeelte van het ligchaam der wervelen te niet gaat, en een geheel ander voorkomen verkrijgt dan de ongelijke en uitgchoolde wervelen, die door beenbederf zijn aangetast. Even zoo verklaart hij de wording der Scoliosis, die, om het verloren zwaartepunt te herstellen, verschillende bogten kan aannemen, gelijk hij dit door een voorbeeld van vier bogen uit zijns Vaders verzameling bevestigt. Dat echter meerdere sterkte en oefening der regter zijde oorzaak zou zijn, dat de linksche uitzetting zoo zeldzaam is, kunnen wij alleen bij gebrek eener meer waarschijnlijke verklaring aannemen. Vervolgens worden de afwijkingen der vaten zelve opgegeven, in het hier beschreven voorbeeld nog aanmerkelijker door eene bijkomende speling in de lies-slagaderen, die hier vroeger uit de aorta ontspruiten. Opmerkelijk is ook de verschillende loop, dien de groote slagader, de
| |
| |
linker krop en regter sleutelbeens-slagader door de afwijkende wervelen aannemen in eenen linkschen bogchel; en onder de gevolgtrekkingen, hieruit ontleend, is vooral diegene gewigtig, die den Heelkundigen aanbeveelt, de drukking of op het sleutelbeen of op de eerste rib te doen; die den Vroedkundigen oplettend maakt, dat bij stortingen de drukking der aorta geen algemeene regel kan zijn, wijl de bifurcatie soms hooger plaats grijpt; die den geregtelijken Arts onderrigt, dat, door den afwijkenden loop der regter krop-slagader, deze door voor- en achterwaartsche verwonding onder de toevallig doodelijke zou kunnen gebragt worden; terwijl de afwijking der chijlbuis de gebrekkige voeding, en de vouw, die de holle ader bij den overgang in het hart maakt, de varices in de beenen, en meerdere toevallen van aambeijen, verklaart. Uit den scherpen hoek, dien de wrong der groote slagader in de twee door hem beschrevene afwijkingen des ruggegraats maakt, besluit hij nu, dat de oorzaak van alle slagaderbreuken niet in den aandrang van het bloed ligge, maar dat ook of uiterlijke werktuigelijke beleediging of inwendige oorzaak hiertoe aanleiding geve, waarvan hij weder uit de verzameling zijns Vaders, of uit het Amsterdamsche Gasthuis ontleende, of elders waargenomene voorbeelden beschrijft, die tevens bewijzen, dat scarpa's stelling, wegens de algemeene uitzetting der rokken in slagaderbreuken, te onbepaald en voor uitzondering vatbaar zij. De belette doorgang door de genoemde vonwen der groote slagader en de versterkte toeloop naar het hoofd dient hem nu ter verklaring der hoogere geestvermogens, en der toevallen van beroerte en hartklopping, velen gebogchelden eigen. Vervolgens door verschillende, ook uit de vergelijkende ontleedkunde ontleende, voorbeelden bewijzende, dat overal de slagaders door been of pees tegen uitwendige beleediging beveiligd zijn, teekent hij te regt aan, dat bij de
kromming des ruggegraats eene uitzondering plaats heeft, daar de groote slagader, hier niet meer door de wervelen beveiligd, voor verschillende beleedigingen blootligt.
| |
| |
Dit is de inhoud eener verhandeling, welker Schrijver bewijst zijne stof geheel meester te zijn, doch hierdoor ook sommige punten slechts aanduidt, die wel eene meer uitvoerige behandeling voor anderen verdiend hadden, maar waartoe het korte tijdsbestek tusschen deze en zijne vorige verhandeling en vooral eene buitenlandsche afwezigheid den Heere vrolik weinig gelegenheid zullen gegeven hebben. Wij hopen dus, dat hij hiermede zijne taak niet volbragt zal rekenen, maar vervolgen met ons eene voortgaande reeks dezer afwijkingen in de bloedvaten, in andere gevallen van Cyphosis, Scoliosis, en ook van Lordosis, te leveren, en deze met afbeeldingen op te helderen en te versieren, daar ook de bij deze verhandeling gevoegde afteekeningen de bijzondere geschiktheid van den Heer vrolik voor dit vak bevestigen, en, zoo wel als een fraaije druk, zijn werk tot duidelijkheid en sieraad verstrekken. |
|