werk reeds bij ons het licht, toen wij, in het begin des vorigen jaars, het eerste met zeer grooten en den meest verdienden lof hebben aangemeld; en welligt was ook het derde en laatste deel reeds ter perse, toen ons dit tweede ter hand kwam. Wij vertrouwen voor het minst, dat het werk op die wijze bij onze landgenooten zal ontvangen zijn, dat niets de spoedige uitgave konde vertragen. Het is naauwelijks noodig, te verzekeren, dat op dezelfde beknopte, onderhoudende, menschkundige en echt wijsgeerige wijze ook het dorre, donkere en verwarde tijdvak der middeleeuwen is bearbeid, als in het verige zoo zeer onze goedkeuring wegdroeg, en dat niemand, zonder het voortreffelijkst nut, ook hier dit handboek, ter herinnering aan de geschiedenis en het leiden zijner inzigten en opmerkzaamheid, zal gebruiken. De voortreffelijkheid van het oorspronkelijke voor den Duitscher wordt voor den Nederlandschen lezer nog vermeerderd door den arbeid van den Heer van kampen, wien wij voor meer dan ééne teregtwijzing en meer of min uitvoerige aanteekening grooten dank verschuldigd zijn. 's Mans vriend, de Hoogleeraar hamaker, heeft ons mede verpligt, door dat gedeelte, hetwelk de geschiedenis der Oostersche, vooral der Mohammedaansche volken betreft, te herzien, en het leveren van eene en andere gewigtige aanteekening ten dezen.
Van de belangrijke aanteekeningen des vertalers zij de volgende, Spanje, of liever de Mooren in dat rijk betreffende, ter proeve: ‘De beschaving en welvaart is in Mohammedaansche landen misschien nergens tot die hoogte gerezen, als in Spanje, gedurende en eenigen tijd na het bewind der Khalifen uit het huis van ommayah. Maar nergens was ook hunne verdraagzaamheid grooter. Zij achtten (gelijk ook hunne tijdgenooten uit den huize abbas) de Christenen, derzelver letterkundigen en geleerden, en onderhielden drukke handelsbetrekkingen met Konstantinopel. Vandaar ongemeene welvaart, vooral in het zuiden, langs den Guadalquivir, in het oude Betica. De landbouw bloeide daar zeer, en