Regtskundige Opmerkingen en Geneeskundige Proeve ter beoordeeling der strafbaarheid van Verwondingen, door C.J. van Heusden, Jz. Regter ter Instructie bij de Regtbank van eersten aanleg te Breda, en A.J.M. van Heusden, Med. et art. obstet. Doct. en praktiserend Geneesheer te Breda. Aldaar, bij W. van Bergen en Comp. 1822. In gr. 8vo. IV en 44 Bl. f :-12-:
De regtskundige opmerkingen ditmaal voor den daartoe bevoegden beoordeelaar overlatende, zij het ons alleen vergund te twijfelen, of de zedelijke toerekening eener daad den aardschen Regter betame. Oppervlakkig zoude het ons voorkomen, dat het den mensch naauwelijks mogelijk is, over de zedelijkheid eener daad, met volkomen grond, te oordeelen. - Wat de geneeskundige proeve betreft, dezelve loopt over een onderwerp, waarover de gevoelens zeer verdeeld zijn. De Schrijver houdt het met hen, die de strafbaarheid der verwondingen beoordeelen, naar dat zij op zichzelve doodelijk, of bij toeval doodelijk, of volstrekt doodelijk zijn. De gronden, waarop hij dat stelt, zijn hoofdzakelijk deze: Iemand is aansprakelijk voor de geheele daad, welke hij deed, in alle hare gevolgen; maar hij is ook voor die daad alleen, en niet voor hetgene er toevallig bijkomt, aansprakelijk. Eene verwonding, nu, kan op driederlei wijze oorzaak des doods zijn, en dus kan ook de dader op driederlei wijze aansprakelijk wezen. Zij is de geheele oorzaak des doods, zoodat de wond op zichzelve doodelijk is, en het als een louter toeval moet beschouwd worden, zoo de gewonde, door hulp der kunst, geneze: hij kan toch even goed, door verkeerde behandeling, aan eene ligtere wond sterven, en dan kan die dood niet aan den dader worden toegerekend. De wond is de gedeeltelijke oorzaak des doods, wanneer niet de wond op zichzelve, maar het gestel des gewonden of andere bijkomende omstandigheden daartoe evenzeer bijdragen. Eindelijk, de wond is de noodzakelijke oorzaak