tot de uitgave besluiten. Het voorberigt zegt ons, dat deze Leerrede in een' halven dag geschreven werd, en, bij ligchamelijke ongesteldheid, in den morgenstond vóór het uitspreken in het geheugen des Predikers kon gebragt worden. Wij bewonderen den man, die zich, en dat wel bij eene zoo buitengewone gelegenheid, zoo goed dan nog redden kon; maar kunnen niet ontkennen, dat wij de uitgave voor gewaagd houden. Het stukje kan, ja, met nut en stichting gehoord zijn. Non equidem invideo, miror magis, zeide ons een vriend, dien wij hetzelve ter lezing gaven; en dit is nu ook alles, wat wij van deze Leerrede noodig achten te zeggen.