mede het lief en aandoenlijk Vers van een' anderen Predikant te Meppel, op verzoek van den bedroefden Vader het licht. Daar het sterfgeval bij geheel de Gemeente treffende deelneming wekte, kunnen wij noch het vervaardigen, noch het uitgeven dezer Leerrede wraken, en vooral niet uit hoofde der wijze, waarop de Redenaar hier van de aanleiding gewag maakt, en zijne troostredenen inrigt, tot algemeen belang. Het is, naar den Eerw. hein, de meening van den Apostel in zijnen tekst, Philipp. I:21b., dat, zoo hij in het leven mogt blijven, zijn leven, hetwelk altijd Christus bedoelde, en aan Hem was toegewijd, aan de bevordering van de belangen des Christendoms zou toegewijd blijven, en zoo hij zou moeten sterven, om even dezelfde redenen, hem dat sterven voordeelig zou zijn. Algemeen wordt het gewin van des Christens sterven aangewezen, uit hoofde van het bestendige en zekere in de toekomst, volmaaktere kennis, verlossing van de zonde, en het genot van een volkomen geluk. Dat de toepassing op de opwekking tot een leven voor Christus gegrond is, spreekt van zelve. - De Eerw. hein doet zich hier als een verstandig en gemoedelijk Christenleeraar kennen, wien het meer om zaken dan om woorden te doen is, en die de ware welsprekendheid, de taal van het gezond verstand en het bewogen hart, kent, en zich onthoudt van alle gezochte sieraden der kunst.