Het Dorp der Goudmakers. Eene ware Geschiedenis. Naar den derden Druk, uit het Hoogduitsch. Te Amsterdam, bij ten Brink en de Vries. 1822. X, 203 Bl. f 1-16-:
Wij zijn met de beoordeeling van dit boekje bijna verlegen. Het bevat zoo veel goeds; het is zoo wèl geschreven en doorgaans ook vertaald, dat het onmogelijk zonder bijzonderen lof schijnt te mogen voorbijgegaan worden. En toch vrageu wij onszelven: heeft men wèl gedaan met het in onze taal over te brengen, zoo gaaf en onveranderd over te brengen? Inderdaad, bij stukken als dit, komt het helder en sterk uit, hoe veel eene eigene, rijke letterkunde boven honderdmaal zoo vele, nog betere waar van vreemden oorsprong vooruit heeft. Het is echter met de meeste romans, (zoo ze niet geheel nut- en schadeloos teffens zijn) ja ook met vele stichtelijke boeken, op dezelfde wijze gesteld. En waarlijk, na alle de patenten, die gevorderd, en belastingen, die betaald worden, zouden wij nog wel haast dergelijk een bezwaar op het vertalen willen gelegd zien - zoo men althans van landswege geene premiën ter aanmoediging aan oorspronkelijke schrijvers gelieft te geven, om aldus, als 't ware, tegen den vreemdeling te kunnen markten.
Wij zien daar pas voor het eerst, dat er op den titel staat: Eene ware Geschiedenis. Doch, daar er geen bewijs van deze stelling voorhanden is, de auteur niet genoemd wordt, en de inwendige blijkbaarheid der zaak ons mede niet in het oog valt, meenen wij het werkje te moeten rangschikken onder de volksromans, eenigermate in dien smaak, als de Maatschappij Tot Nut van 't Algemeen er somtijds onder ons heeft uitgegeven, gelijk nog onlangs De Gebroeders Belestijn, Pieter Schijn enz.
In zeker dorp is alles in verval: welvaart, knapheid, goede zeden, eendragt zinken al gedurig dieper weg. Maar nu komt er een voormalig bewoner van hetzelve uit den krijg terug; en deze weet langzamerhand zoo vele verbeteringen, nieuwe inrigtingen enz. in te voeren, dat hij, met behulp van weinige braven, in even zeven jaar alles herstelt en hooger opvoert, dan ooit heeft plaats gehad. Al deze nieuwigheden worden hier, als in den loop der geschiedenis, geschetst en verklaard, zoo wel als de tegenstand, dien zij ontmoetten, en de middelen, hoe men dezen te boven kwam; het laatste, over het geheel, menschkundig en fraai; terwijl