Zedekundige Schoonheden van Dr. H. Blair. Tweede Druk. Te Haarlem, bij de Wed. A. Loosjes, Pz. 1822. In kl. 8vo. f 1-12-:
Ofschoon als begraven onder eenen berg van nieuwuitgekomene, zoo oorspronkelijke, als (en wel meest) vertaalde werken, en met meer dan éénen uitgever, die als om strijd de produkten hunner zweetende persen wenschen aangekondigd te zien, overhoop liggende, moesten wij echter het aanzoek der uitgevers van bovengenoemde herdrukken, om dezelve met een enkel woord vermeld te zien, gehoor verleenen. Derzelver verschijning toch was ons zoo welkom; welkom althans verre boven een aantal voor het eerst, en zeker tevens voor het laatst, uitkomende stukken, wier schrijvers of zamenstellers niet zelden alleen dáárin hunne bekwaamheid vertoonen, dat zij de kunst verstaan, om met boeken boeken te maken; of, zoo al eenige oorspronkelijkheid bij hen gevonden wordt, alsdan deze zich openbaart in de gaaf, om, door beuzelachtige, overdrevene of verderfelijke schrijfwijze, ons Publiek, en inzonderheid onze Nederlandsche Jeugd, af te trekken van nuttige en solide lectuur. De Lezer gevoelt, dat wij hier inzonderheid het oog hebben op het heer van vertalingen, met name van Hoogduitsche en Fransche Romans. Welkom, driewerf welkom, en vertroostend tevens, was ons vooral de wederverschijning der uitmuntende zedelijke dichtwerken van Vader feith, die nooit genoeg kunnen gelezen, bestudeerd en behartigd worden, en thans in nieuwen, keurigen dos als herrijzen. - Ook het Buitenleven, naar delille, door bilderdijk, was der vernieuwde uitgave dubbel waardig. Jammer, dat de Aanteekeningen, waarin de vermaarde Fransche Dichter zoo gruwelijk gehavend wordt, en die van bittere gal als overloopen, ons de herlezing van dit schoone dichtwerk weder moesten vergallen! - De quintessence van blair, die meer ware levenswijsheid in zich bevat dan
menig dozijn modern Fransch of Hoogduitsch fabrijkwerk, is thans versierd met het verkleind afbeeldsel des waardigen Engelschmans.