digt zeker nimmer ten nadeele eener natie, die eene gematigde vrijheid boven de dwingelandij heeft verkozen, die deze vrijheid met het hoogste regt verworven en door geene enkele daad van geweld heeft bezoedeld, maar met rustigheid handhaaft. Zoo iemand onzer landgenooten (want ook in ons vaderland ontbreekt het niet aan lieden, die den boozen Genius van het antiliberalismus huldigen) nog vooroordeelen koestert tegen de Spaansche natie en hare regten, hij bedenke het bedaard, echt
liberaal en vergevingsgezind gedrag der Cortes sedert de omwenteling, en leze en herleze de geschiedenls der dwingelandij van ferdinand VII, en de daaruit voortgevloeide vestiging der Spaansche vrijheid, bij venturini; en blijft hij dan nog hardnekkig, dan voelen wij ons gedrongen met den Schrijver bl. 276 uit te roepen: Maar twisten wij niet met dezulken, die nimmer te verbeteren zijn, die, hoewel oogen hebbende om te zien, echter niet opmerken, en ooren hebbende om te hooren, evenwel niet verstaan! - Dan, ter zake. Ons geschokt gevoel, dat zich bij het zien van zoo veel dwaasheid en onregtvaardigheid niet laat bedwingen, en thans nog meer is opgewekt door de herinneringen, die de lezing van venturini's belangrijk geschrift bij ons heeft doen geboren worden, zou ons bijna wel doen vergeten, dat wij aan onze Lezers een verslag van het boek verschuldigd zijn.
Men zal zich herinneren, dat het eerste Deel zich in twee Hoofdstukken splitste, waarvan het eerste ons de uitvaardiging der Constitutie en den strijd voor de onafhankelijkheid van het Schiereiland afmaalde, het andere de terugkomst van ferdinand en de eerste stappen tot herstelling van het despotismus beschreef. De voltooijing van dit gedrogtelijk Schrikbewind vindt men ontwikkeld in de eerste helft des tweeden Deels onder de volgende rubrieken: Voleindigd schrikbewind der willekeurige heerschappij in Spanje. Schandelijk gedrag der priesters en monniken. Vreesselijk herlevende magt der Inkwisitie. Mislukking van al de maatregelen, door de regering, tot leniging van den algemeenen nood, in het werk gesteld. Afwisseling van gunstelingen; 's Konings sombere luimen en beklagelijke toesland. Regeringloosheid in al de provinciën; aanstekende ziekten, en dreigende voorteekenen eener nabijzijnde omwenteling. Wij noodigen elk, die het despotismus lief heeft, op het dringendst uit, dit tafereel eens met aandacht te beschouwen. Zoo hij niet geheel verstokt is,